PACHTCONTRACTEN KARTUIZERHOF


door Jacques Rutten.                                                            

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
KARTUIZERSHOF EN ZIJN BEWONERS
 
Kartuizershof, Loershof, Loverhof, Winckenshof en Pachtershof, allemaal namen voor een en dezelfde boerderij in Helden. Een boerderij op Stox, die grotendeels verdwenen is. Op de plaats van de oude schuur staat sinds 1852 het woonhuis van de familie Nijssen, Stox nr 1.
 
Eerst iets over de namen.
 
Kartuizershof.
Eeuwenlang is deze boerderij bezit geweest van de paters Kartuizers te Roermond. Het is niet precies bekend in welk jaar de Kartuizers de boerderij in bezit kregen, maar we mogen aannemen dat het kloos-ter ze kort na 1400 verworven heeft. In dat jaar 1400 koopt het klooster namelijk één derdedeel van de tiende van Helden. In 1406 kopen ze nogmaals een derdedeel. Waarschijnlijk kopen ze kort daarna de hoeve aan, om de tiende beter te kunnen beheren.
Omstreeks 1430 voert de familie Herkenbusch, die in Helden het leengoed Hoof bezit, een proces tegen de kartuizers. Het gaat om de vraag wie van beide verplicht is een stier te houden, als dienst aan de gemeenschap. Die verplichting hoorde bij het bezit van de tiende. De Kartuizers hebben het proces over de stier verloren. Terecht, want zij waren in het bezit van twee derdedeel, en de eigenaar van Hoof had geen tiende meer. Alle pachtcontracten van Kartuizershof verplichten de pachter om een stier te houden. Rond 1430 bezat het klooster dus in alle geval een boerderij in Helden.
De Kartuizers blijven in het bezit van de hoeve tot 1781. In dat jaar worden in de Oostenrijkse gebieden­ de beschouwende kloosterordes opgeheven. Roermond was Oostenrijks.
Kartuizershof komt dan in het bezit van de koning van Pruisen. De boerderij wordt domeingoed, bestuurd vanuit Geldern door de Pruisische overheid. De pachter van de Kartuizers, Andries Joosten, wordt pachter nu van domeingoed.
De naam Karthuisershof is dus duidelijk.
 
Loer(s)hof.
Deze naam heeft te maken met de lig­ging tegen het Looveld en Vosbergerveld. Beide velden worden soms aangeduid als Loenreveld. In 1550 vermeldt de procurator dat de tiende van het Vosbergerveld “ofte Loenrevelt” wordt verpacht. Met dit Loenreveld, Looveld, hangt de naam samen.
 
De naam Loverhof is waar­schijnlijk een afgeleide naam van Loershof. De schrijver in het klooster, in het verre Roermond, kende niet altijd de plaatselijke omstan­digheden en benamingen. Bij het lezen van Loershof dacht hij misschien aan een schrijffout, die hij natuurlijk verbeterde. De naam Loverhof klinkt goed. Het is in alle geval een mooie naam.
 
Winckenshof
Deze naam komt vaak voor in stukken uit het begin van de 18e eeuw. Eind 16e eeuw en een groot gedeelte van de 17e eeuw is de familie ­Winckens pachter van Kartuizershof. Niet zo vreemd dus dat de naam Winckens ook op de boerderij overgaat.
 
Pachtershof tenslotte is de naam van de hoeve op de Tranchotkaart. Rond 1800 zal dit dus voor de Heldenaren de bena­ming voor de hoeve zijn geweest, misschien naast andere bena­mingen. Deze naam zal wel in zwang zijn gekomen nadat Andries Joosten de hoeve van domeinen in erfpacht had genomen, in 1887. Kartuizershof is eeuwenlang een pachthoeve geweest, maar eerst na 1800 duikt de naam Pachtershof op.
 
Enkele bijzonderheden
 
De GROOTTE.
Volgens de schatboeken van 1602 en van latere jaren omvat de hof 33 morgen. Oude maat. In moderne maat is dat ongeveer 10 hectare.
 
In de Heldense verhoudingen van toen een flinke boerderij, maar niet buiten proporties. Er waren verschillende boerderijen van veel grotere omvang. B.v. Groot Maris, Dekenshorst, Hoof, Boeneshof.
 
LEENGOED?
Enkele stukken uit de 18e eeuw stellen dat Kartuizershof leengoed is. Op 20 oktober 1784 meldt de rentmeester van het Ambt kessel dat hij uit Luik bericht kreeg om Kartuizershof en eenderde der tienden te verheffen. Hoeve en tiende zouden allebei bundige lenen zijn. (Düsseldorf, Geldern, Adm kolleg, inv nr 180) De koppeling van een deel van de tiende aan Kartuizershof is ontstaan door een proces, dat de Horion, stadhouder van de Hornse leenzaal, had aangespannen tegen de kartuizers. Hij stelde dat die hoogstens eenderde deel van de oude Heldense tiende in bezit hadden. Het klooster verweerde zich met de stelling dat een ander derdedeel altijd bij hun hoeve had gehoord.
Deze noodsprong heeft niets met de realiteit te maken: Kartuizershof is nooit leengoed geweest.
 
De pachtcontracten
In het archief van de Kartuizers, dat zich nu in het Rijksar­chief te Maastricht bevindt, zijn heel wat documenten over Helden bewaard. De meeste stukken hebben betrekking op de tiende, waarvan de kartuizers twee derdedeel in bezit hadden. Ook enkele pachtcontracten zijn bewaard. Ze zijn opgemaakt op:
10 juli 1592
1 oktober 1620
1 mei 1632
3 mei 1642 (verlengd in 1650 en in 1656)
12 februari 1660
25 maart 1670
2 april 1747
Enkele contracten dragen de aantekening dat ze na afloop vernieuwd zijn.
Ook zijn twee contracten opgemaakt nadat Kartuizershof toeviel aan de Pruisische staat. Ze zijn opgesteld op
25 juli 1786
12 maart 1787
 
De  PACHTPRIJS.
De pachtprijs wordt uitgedrukt in natura. In alle contracten is die ongeveer gelijk. De pachtprijs volgt dus niet de ontwikkeling van de landbouwopbrengst. Dit zal voor de pachter een goede zaak zijn geweest.
Ieder jaar moet de pachter 17 malder “droog en wel gewand koren” leveren. Voor het houden van de stier mag hij drie malder in mindering brengen. Naast het “koren” moet hij ook een aantal eieren en 25 of 50 pond boter leveren. Soms wordt er bij vermeld hoeveel “meybotter” en hoeveel “spurriebotter”.
Een Roermonds malder was volgens het boekje “De Nederlandse Maten en Gewichten” 164,4 liter. Een malder was omvatte 6 vat, elk vat was weer verdeeld in 4 koppen.
In Helden is naast deze officiële malder ook sprake van een malder “pachtmaat”. Deze is ongeveer 10% kleiner dan de gewone malder. Ik neem aan dat de pachtprijs werd uitgedrukt in malders in pachtmaat.
In een contract van Hoof, opgesteld op 11-9-1822 door notaris Lebrun staat de pachtsom ad 30 malder gelijk aan 4500 liter. Een malder is daar dus 150 liter. Ik neem aan dit de juiste inhoud van de pachtmalder is.
 
De HALFMAN.
In de contracten wordt altijd gesproken van de “halfman”. Een halfman of halfwin was iemand die een boerderij bewerkte voor de helft van de opbrengst. Vee werd door beide partijen voor de helft ingebracht. Ook het zaadgoed deed ieder voor de helft. Alle opbrengsten werden samen gedeeld.
De pachter van Kartuizershof was dus geen halfman in de strikte zin van het woord. Hij betaalde een vaste pacht. Buiten de pacht was de opbrengst voor hem, ook als het een bijzonder goed jaar was, of een bijzonder slecht. (voor zuivere halfwincontracten zie Marishof)
Op basis van de bewaarde pachtcontracten en documenten i.v.m. de tiende ­is vrij goed na te gaan wie de opeenvolgende bewoners zijn, die vanaf 1592 op de hoeve hebben gewoond. Het lijkt alsof er veel verschillende families hebben geboerd. Als men behalve de pachtcontracten ook andere stukken uit het archief van de kartuizers er bij neemt, en ook nog de Heldense doop- trouw- en overlijdtsregisters bekijkt, kan men concluderen dat vanaf 1592 tot 1711 elke pachter werd opgevolgd door een familielid. Waarbij moet worden aangetekend dat het soms om een schoonzoon gaat. We zien dan een andere naam, maar het blijft wel “in de familie”.
Deze ruime interpretatie van het begrip familie volgend denk ik dat er van 1592 tot nu toe maar twee families op Kartuizershof hebben gewoond.
Eerst hebben we de familie Beerkens/Winckens/Heijnen tot 1711. De eerste pachter Heinrich Beerkens is bijna zeker dezelfde als Henrick Winckens uit 1620. De latere Theunis Peters heet ook Theunis Heijnen.
Vanaf 1711 tot de dag van vandaag bewoont de familie Roosen/ Joosten/Nijssen de hoeve. Sinds de boerderij is opgeheven is het nog alleen een woonhuis. Dit huis is in 1852 gebouwd op de plaats van de vroegere schuur, door Andries Nijssen, die de helft van Kartuizershof had geërfd. Andries was ­ boer en  tegelijkertijd gemeentesecretaris.
Men zou kunnen stellen dat ook in 1711 de familielijn ongebroken blijft. In dat jaar hertrouwt de weduwe van pachter Hendrik Heijnen, Catharina Janssen, met Simon Roosen, de volgende pachter. Via Catharina blijft de familie Heijnen toch op Kartuizershof. In 1712 is de moeder van Hendrik Heijnen meter bij de doop van het eerste kind van Simon en Catharina. Wel een bewijs dat het gezin Roosen ook enigszins bij de familie Heijnen hoorde.
Het past niet in dit stukje om de familierelaties tussen de opeenvolgende pachters uit te werken.
 
De opeenvolgende pachters:
1592     Hendrick Beerkens en Trijnen
1620     Hendrick Winckens (bijna zeker is dit dezelfde persoon als Hendrick Beerkens)
1632     Arent ende Trinen
1633     de weduwe van Arent en haar stiefzoon Jan Winckens
1642     Johan Winckens
1658     de weduwe Winckens
1660     De weduwe Winckens (x Godefridus)
            (misschien dezelfden als Geurt Fijen x Wilmke Verstappen)
1670     Theunis Peters en Itgen Verstappen (= Theunis Heijnen en Itgen Winckens)
1700?   Hendrick Heijnen en Catharina Janssen
1711     Simon Roosen en Catharina Janssen
1747     Hendrick Roosen en Joanna Janssen
1777?   Andries Joosten en Helena Roosen, pachters van de kartuis
1786     Andries Joosten en Helena Roosen, pachters van Pruisische domeinen
1787     Andries Joosten en Helena Roosen erfpachters van Pruisische domeinen
 
In 1781 Wordt Kartuizershof eigendom van de domeinen, nadat de Kartuizerorde in de Oostenrijkse gebieden is opgeheven. Pachter blijft Andries Joosten. In de Franse tijd koopt pachter Andries Joosten de hoeve. De naam Pachtershof blijft nog geruime tijd in zwang, maar geeft niet meer de realiteit weer.
 
De opeenvolgende eigenaren na deze aankoop:
            -Andries Joosten en Helena Roosen
-Jan Joosten x Petronella Knippenbergh en Andries Nijssen x Mathea van Os hebben Kartuizershof in gezamenlijke eigendom
1852     Kartuizershof wordt gesplitst
            -Jan Joosten x Petr Knippenbergh verkrijgen het oorspronkelijke woonhuis met stallingen
-Andries Nijssen x Mathea van Os bouwen op de plaats van de oude schuur een nieuwe boerderij. Het huidige Stox nr 1, waar nog steeds een van hun nazaten woont.