PACHTCONTRACT KARTUIZERHOF 1660


door Jacques Rutten.                                                 RAL, Kartuis, inv nr 310         

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
Pachtcontract Loverhof 1660
 
Onderstaand contract is uitgeschreven door in het bewerkte contract van 1632 (zie foto’s) de doorgehaalde zinnen weg te laten en de kanttekeningen en de woorden die tussen de regels zijn geschreven in de tekst op te nemen. Niet alle wijzigingensporen met de oorspronkelijke zinsbouw.
 
                                   In nomine Domini Amen
Kond und openbaer sij iederman die desen brieff sullen sien off
hoeren lesen hoe dat int jaer in marge: “Elocatio incipit
in Pasch 1660 ad 3 annos, primus annus expirat in
paschate 1661” der W. Heer Jacobus de Hollandre prior
der Cartuysen tot Ruremundt, ende Rutgerus Spee scheffener procurator
voirsche convents utgegeven hebben, ende in krafft deses
utgeven des vorgemelten Cloesters hoff, geheiten Loverhoff te Helden
gelegen, met allen sijnen toebehoer den eersamen Goort Fijen
ende Wilmken Verstappe sijn huysvrouwe, den tijt van drie
naervolgende jaeren
Op naervolgende conditiën.
Ten eersten sal der halffman vorsche gout in sijnen voeren, palen
ende alde gerechticheit winnen ende onderhalden, soo dat het clooster
dor sijne versumeniss in geyne ongerechticheit en valle,ende sall oick
geenen anderen eenich landt dairaff verpachten, sonder vorweten
sijner heerschappen. Ende sall alle jaer het convent leveren, vijff-
thien malder reyn, suyver ende walgewant korens, Ruremund-
scher maeten int cloester op sijne kosten
Item der halffman sal den stier off sprinckoss op sijne kosten
bestellen ende halden, ende so offt veranderen als des noodich
is, soo datter geyn clachten over en vallen, ende sall nur
eenen, nae alde gewonheit halden.
 
Item der halffman sal die gehöchteren eerlick ende wael onder-
Halden op sijn eyge kosten en in cas datter iet nieuws ter
instantie vanden halffman bij getimmert woordt,
't convent sal de materialen bestellen, ende hij sal
d'arbeyders kosth ende dranck ende loon geven; maer
als ‘t ghene nu getimmert is comt te vervallen, de
H. Verpachters sullen d'arbeyders betalen, ende den halffman
sal kost ende dranck allein geven, ende stroy
tot nieuwe daecken noodich sijnde leveren.
 
Item der halffman sal iaerlix 50 pont botteren, guede nuy, int
Convent leveren. Twintich umb Pingsten, meyschen botter
ende twintich inden herffst, speuri botter.
 
Item der halffman sal betalen ’t gene ‘t convent
jaerlix soo aende ermen als aenden H Pastoor is
geldende tot helden. In de marge staat hier:
“1½  vat rog aenden pastoor; aen de ermen 8 vat rog”
 
Item sal den halffman soo lange hij de beesten allein
heeft betalen die helfte vanden landschat boven
de bestenschat, heuftgelt, gewin gewerf die hij allein
dragen sal soo die meer vuytgesat woorden.
 
Item der halffman sal oick neerstich sijn in iunge heisteren
umb den hoff te setten, tot verschoning der gehochter ende
tot behoeff des hoffs soo daer wat te timmeren viele, des sal
der heerschap die selve bestellen.
Item sal der halffman het Vorsberger velt oick bij den hoff
hebben, ende darvan geven naeadvenant dat die andere
velder verpacht worden. Inval avers (da Gott vor behude)
eenigen miswas, hagelschlach offt heerenkracht vorviele
sal der halffman gehalden sijn het selve sijnen heerschappen
te kennen te geven, sal alsdan een insien darin genoemen
worden, wie andere heerschappen oick doen.
 
Den tijt deser pachtinge sal aengaen op Paschen 1660.
Ende soo het queme dat
der halffman vanden hoff wolde afftrecken, sal hij die helfft
van kaeff stroy ende betery op den hoff laeten.
 
Dit alles alsoe gedaen ende verhandlet op dach ende datum
als boeven in presentie van Wilm Verborkelt te Baerlo,
Hynrick Berkens gewesenen halffman op den hoff.
Arnoldt Sonat(?)vorsche cloosters ende andere geude vrinden.
Ende hefft eynieder eynen cedel sich darna te richten.
 
Tot borgen hebbense gestalt Jan Leenen, alles met
submissie ant 'hof van Gelderlant ende anderen.
 
De ondertekening uit 1632 heb ik hier weggelaten.