|
-
Deze rekening is een document van 31
bladen, meestal aan twee zijden beschreven. De
-
hiernavolgende opmerkingen zijn bedoeld
om het archiefstuk beter toegankelijk te maken
-
voor genealogisch en historisch
onderzoek.
|
|
1 |
-
Het document bevat twee rekeningen die
samen drie rekeningjaren omspannen. Op blad 1
-
staat de aanhef van
de rekening die begon op Sint-Catharinadag (dat is 25 november) van
-
het
jaar 1497, werd voortgezet op Catharinadag 1498 en werd afgesloten op
Catharinadag
-
1499; ‘die tijt is twe jaer’, zoals de rentmeester schreef.
De ontvangsten en uitgaven over
-
1497/1498 en 1498/1499 staan dus in één
rekening die doorloopt tot blad 6 rugzijde. Op
-
blad 7 begint de rekening
over 1499/1500; ‘die tijt is eyn jaer’. Deze rekening eindigt op
-
blad 10
voorzijde.
-
Dan begint op blad 11 voorzijde de ‘recessus Wilhelms van Kessel, rentmeister’ over de
-
drie jaren van 1497 tot 1500.
Dit zijn de opmerkingen, verklaringen en besluiten
-
(recessen) die op Onze-Lieve-Vrouwendach Purificationis 1501 (= Maria Lichtmis, 2
-
februari
1501) zijn gemaakt, zoals op blad 12 voorzijde staat geschreven.
|
|
2 |
-
Uit de volledige datering 2 februari
1501 (xvc ind eyn) op blad 12 voorzijde volgt mede
-
dat de
dateringen 97, 98 en 99 op 1497, 1498 en 1499 betrekking hebben.
|
|
3 |
-
Het document heeft een folio-nummering. Men kan zien
dat die in de twintigste eeuw is
aangebracht. Wij hebben per blad (folio) aangegeven of het de voorzijde
of de rugzijde
-
van het betreffende blad betrof.
|
|
4 |
-
Het document bevat rekeningen en cedules.
Met de cedules bedoelen wij de naamlijsten
-
per dorp. Men kan ook zeggen
dat de cedules deel uitmaken van de beide rekeningen. De
-
cedules zijn te
vinden op de bladen die hierna in de staat zijn vermeld.
-
-
plaats vindplaats van de cedule
per soort
-
-
latijn
census precaria havena
pulli
-
nederlands tyns
bede haver hoender
-
-
Baerlo
30 rug -
- -
-
Blerick
29 rug 30 voor 30
rug 30 voor
-
Brede 20 voor-rug 21 voor-rug
22 voor 22 rug-23 voor
-
Helden 23 rug-24 rug 24
rug-25voor 25 rug 26 voor-rug
-
Kessel 26 rug 27
voor 28 voor 28 rug-29rug
-
--
* 27 voor-rug census domorum
-
Lottum
31 voor -
** -
-
Sevenum
14 rug-16 rug 17 voor-rug 18
voor 18 rug-19 rug
-
Swolgen
13 voor -
- 13 voor-rug
-
Wanssum
13 rug-14 voor
- - -
|
|
|
-
* Kessel is de enige plaats in deze cedules alwaar een ‘census
domorum’ werd genoemd,
-
naast de “gewone” census.
Census domorum
kan men vertalen als woningtyns of tyns
-
van de goederen of tyns van de
huishoudingen. In de cedule vindt men bijvoorbeeld
-
‘Willem pastoers guyt’,
‘struvers huyss’, ‘Stijnen koesters guyt’ en ‘Metten Siberts
-
husfrouwe
goet’.
-
Ons zijn geen andere vermeldingen van de ‘census domorum’ uit het
land van Kessel
-
bekend. Hoewel deze groep in de cedule van het dorp
Kessel werd onderscheiden van de
-
tynsen op blad 26 rugzijde, vindt men
in de rekeningen geen aparte posten van de gewone
-
tyns in Kessel en de
huizentyns in Kessel.
** De haver (‘even’) te Lottum is in de korte cedule van Lottum onder
de census begrepen.
|
|
5 |
-
De cedules in deze rekeningen zijn op klassieke wijze
gemaakt. Daarmee bedoelen wij
-
dat de namen van degenen die
niet
hebben betaald, toch in de cedule staan. De cijfers in
-
de rekeningen
zijn derhalve de bedragen die elke cedule zou hebben opgebracht, indien
-
iedereen zijn betaalplicht was nagekomen. Degenen die niet hebben
betaald of niet alles
-
hebben voldaan, staan (opnieuw) genoemd onder de
restanten. In de hiernavolgende staat
-
vindt men een overzicht van
de restanten per dorp.
-
plaats
vindplaats van de restanten per soort
-
-
-
latijn
census precaria havena pulli
-
nederlands tyns
bede haver honder
-
-
Baerlo
5 voor -
- -
-
Blerick
5 voor -
- -
-
Brede 4 rug en 21
voor - 6 voor 5 rug
-
Helden 4 voor en 24
rug 4 voor 6 voor 5 rug
-
Kessel 4 rug en 26
rug 4 rug 6 voor 6 voor
-
Lottum
- -
- -
-
Sevenum
3 rug-4 voor en 17 voor 4 voor 6
voor 5 rug
-
Swolgen
- -
- -
-
Wanssum
6 rug -
- -
|
|
6 |
-
De rentmeester is Willem van Kessel.
Hij komt voor op blad 1, 3, 7, 9 en 11, telkens aan
-
de voorzijde van het
blad. Deze persoon hebben wij niet kunnen identificeren. Het zou de
-
wettige zoon kunnen zijn van Mathijs van Kessel en Margaretha van Hembergh. Het kan
-
ook een zoon van Gaert van Kessel zijn, en het kan een
bastaardzoon van Mathijs van
-
Kessel zijn [aldus M. Flokstra in het
tijdschrift Castellogica 1989-I, blz. 75. Het
-
tijdschrift berust onder
nummer TSW 154 in de bibliotheek van het Venlose
-
gemeentearchief].
-
Op blad 11 voorzijde werden ook Alart van
Kessel en Thijs van Kessel vermeld. Op blad
-
3 voorzijde is Thijs van Merwijck, amptman in het land van Kessel, vermeld; op blad 11
-
voorzijde Gerart van Merwijck.
|
|
7 |
-
De vertaling of transcriptie van dit
archiefstuk wijkt af van de andere documenten in deze
-
site. De getallen
(cijfers) in de rekening zijn niet omgezet in arabische notatie, maar
staan
-
in de originele romeinse cijfers.
|
|
8 |
De tynsbedragen en de munten kunnen
als volgt worden omgerekend in morken.
-
1 schelling = 3 alde vlems = 3 x 18 = 54
morken
-
1 tijnsgroten of groot = 1 alde vlems = 18
morken
-
1 penninck = ¼ groot = ¼ x 18 = 4½ morken
-
1 ô = ⅓ penninck = ⅓ x 4½ = 1½ morken
-
1 vierlinck = ¼ penninck = ¼ x 4½ = 1 ⅛
morken
-
Wij hebben geprobeerd de munt die in de
rekening werd aangeduid als een o met een
-
streep erdoor, te
identificeren. Dat is niet gelukt. Het zou een oort kunnen zijn, maar
dat
-
weten wij niet zeker.
-
Voorts hebben wij met behulp van andere
archiefstukken getracht de omrekening te
-
maken van morken naar denieren,
stuivers en guldens. Daarin zijn wij evenmin geslaagd.
|
|
9 |
-
Toen in 1364 de Meurse pandschap is
aangegaan, heeft de hertog van Gelre geen
-
inkomsten te Raede (Venraij)
tot onderpand gesteld. Om die reden treft men Venraij in
-
deze
rekeningen niet aan.
|
|
10 |
-
Het is ons niet bekend hoe dit document tussen
de Gelderse rekeningen terecht is
-
gekomen. Strikt genomen hoort het daar niet thuis.
Men zou het eerder verwacht hebben
-
in het archief van Meurs (Mörs).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|