Oorkondenboek van het Land van Kessel  bewerkt  door  M. Flokstra   terug


  Oorkonde d.d. 1450 maart 22  
       
  Regest:  
    Hertog Arnold verklaard dat het klooster van de Karthuizers binnen Roermond een deel van de tienden van de nieuw ontgonnen gronden hebben verkregen, vanwege uizondering mogen zij deze behouden mits de jaarlijkse inkomsten niet boven het bedrag van zes Rijnse guldens komt. Beveelt tevens aan Johan van Broekhuizen, heer tot Loe en tot Geysteren om deze oorkonde mede te bezegelen  
  Foto oorkonde:  
     
    Klik op de foto voor een vergroting.  
     
  Tekst:  
   

Wij Arnolt vander genaden gaitz hertoge van Gelre ende van Gulich en Greve van Zut­phen doin kont alsoe die Eirbaren onse lieve ain dechtige prior ende convent des Car­thuser Cloester bynnen onser stat van Ruremunde, die twee deell vanden alden thienden tot Helden hebben dair soe wij verstain nu deels nijer thienden ain gevallen sijn Bekenne dairomme voir ons onse erve ende nakoemlingen dat wij in die eir gaitz ende voir selicheit onse zielen den vurg. Carthuser Cloester bynenn Ruremunde gegont ende gegeven hebben gunnen ende geven hoen mit desen selven brieve dat sij die twee deell vanden nijen thien­den voirs. vanden lande dat nu geslagen is hebben halden ende der rustlich ende vredelich gebruicken soelen ende moegen ten ewigen dagen toe. Welke thiende voirs. doch nyet beter sijn en soelen dan tot eynre summen van sess averlenssche rijnssche gulden jairlix off dair onder in alre maten sij nu die alde thiende hebn ende hoen verleent is. Ende wes oeck die voirs. nije thiende jairlix beter weren dan sess Rijns gulden, dair ende oich ain anderen thienden die noch vallen muchten halden wij onse recht ain sonder argelist. Or­konde onss segels van onsen rechtenweten ende gueden wille ain desen brieff gehangen. Ende want wij dan die vast stede ende onverbraken gehalden wille hebben. Soe hebben wij bevalen heren Johan van Broeckhusen, heer tot Loe ende tot Geisteren, soe dit in sijne Ampt is, dat hij desen brieff mit ons besegelen ende oich believe wille, soe vele hem dat ain treffen mach, dat ick h. Johan vurs. gerne alsoe gedain ende besegelt hebbe. Inden jair onss heren dusentvierhondert ende vijfftich op den heiligen sonnendach Judica. 

Per dominum ducem presentibus de consilio domino Heynrico filio de Meir, domino de Werden magistro curie Johanne de Arendale domino de Welle ….. necno magistro Adolphue le………

 
 
  Bron:  
    Regionaal Historisch Centrum Limburg, Archief  Klooster van de Karthuizers van Roermond, inv.nr. 95  
  Literatuur:  
       
  Opmerkingen:  
    Zegels 1, verloren, 2 [nakijken] zegelstaart aanwezig.