|
-
- STARTSHOF (tot het jaar
1800)
-
- Een van mijn ooms, Louis
Steeghs, ging in Helden door het leven als "Sjters Lod". Leden
van een familie Joosten werden meestal vernoemd met de naam "Sjters
Pierre", b.v. Sjters Pierre Petran. Voor zover ik weet waren
beide families niet verwant, en toch voeren ze allebei in hun
dialectnaam het element "Sjters". Hoe kan dat?
- De verklaring vinden we vlak
bij Everlo. Daar ligt de boerderij Startshof, waar “Sjters Lod”
en de familie Joosten ooit als pachter hebben geboerd, of ze
zijn er misschien eigenaar van geweest. Vanaf de stichting al
draagt die boerderij de naam "de Sjtert" of "Sjtertshoof", in de
documenten meestal in de meer Nederlandse vorm "de Start" of "Startshof".
-
- Het is best interessant even
stil te staan bij de geschiedenis van deze boerderij, die op een
zeker moment gekoppeld is aan de geschiedenis van de
heerlijkheid Helden. Daarover straks meer.
-
- Wanneer wordt Startshof
gesticht? Daarvoor moeten we naar het begin van de 17e
eeuw. Al vóór 1573 bezat de eigenaar van het leengoed Hoof,
Reinier Hillen, zeven morgen bouwland, die buiten het oude
leengoed lagen. In 1573 liet hij nog 1¾ morgen ontginnen [1]. We moeten aannemen dat op deze 8¾ morgen geen zelfstandige
hoeve werd gesticht. Dat was gewoon te weinig voor een
pachthoeve. Waarschijnlijk zijn deze akkers verpacht aan andere
boeren, bv aan de halfman op Hoof. Er is op dat moment nog geen
sprake van een nieuwe boerderij.
-
- In 1623 koopt de familie
Hillen weer een blok van 15 morgen woeste grond “gelegen aen de
heyde aen genen Start”[2].
We mogen aannemen dat in dit jaar 1623, met de ontginning van
deze vijftien morgen, een nieuwe zelfstandige hoeve wordt
gesticht, de Start. De 8¾ morgen die al vroeger in het bezit van
de familie Hillen waren zullen er zijn bijgevoegd. Bijna
vierentwintig morgen, daar kan een bescheiden hoeve op draaien.
In 1664 wordt er nogmaals “vijf morgen en een verdel en 1 roey”
(dus vijf morgen en 38,5 roede) ontgonnen. Deze ontginning wordt
in alle geval ook aan de Start toegevoegd. Daarmee komt
Startshof op ruim 28 morgen [3].Ruim honderd jaar later komt er nog een kleine uitbreiding van
anderhalve morgen [4].
-
- Lange tijd blijft de Start in
het bezit van dezelfde eigenaar als het adellijk goed Hoof. In
1675 verkoopt de familie Hillen Hoof en ook de Start aan Jan
Reinier Bouwens van der Boye. Bij de dood van Jan Reinier
ontstaat een conflict met de familie van Harscamp over de
erfenis. Dit proces sleept aan tot 1733 voor het hof van Gelder
te Roermond. De uitspraak van het hof op 3 juli 1733 is
bijzonder vervelend voor de familie Bouwens van der Boye. Ze
moet in Helden o.a. hoeve de Start overdragen aan de familie van
Harscamp. Ze mag wel Hoof behouden.
-
- Door deze uitspraak gaat de
Start voortaan een eigen leven leiden. De hoeve heeft nu niet
meer dezelfde eigenaar als Hoof. Op 7 maart 1734 draagt de
familie van der Boye de Start over aan de familie van Harscamp
[5].
- Maar een enkele niet al te
grote boerderij in een ver gewest is ook niet alles voor een
familie die zelf in Namen woont. Op 4 september 1747 wordt de
boerderij weer overgedragen aan de eigenaar van Hoof, die tevens
heer van Helden is. Dat is inmiddels baron van Overschie, gehuwd
met Maria Barbara Lucie Emilie Bouwens van der Boye, die de
heerlijkheid Helden en het leengoed Hoof heeft geërfd. De
koopsom voor de Start bedraagt 120 ducaten, gelijk aan ongeveer
1000 gulden Cleefs [6].
-
- Dan begint een merkwaardige
fase, waarbij Startshof ongewild verbonden raakt met de
geschiedenis van de heerlijkheid. Het provinciebestuur in
Geldern wint al op 14 september 1747 informatie in over die
verkoop [7].Die interesse valt te verklaren door het recht van de koning,
dus in zijn plaats het bestuur in Geldern, om een aankoop te
vernaarderen, d.w.z. de koop over te nemen, tegen de door de
koper betaalde prijs. Toch gebeurt er tot eind 1748 niets. Op 18
december 1748 stuurt koopman Andries Knippenbergh uit Kepèl een
merkwaardige brief aan het bestuur in Geldern. Hij doet een
aanbod: als de koning Startshof vernaardert, wil hij de hoeve
graag overnemen voor een hogere prijs. Hij wil vijftig gulden
Cleefs geven boven de prijs, en met vergoeding van alle kosten.
De koning kan dus zomaar 50 gulden verdienen!! Een
buitenkansje!! [8]
-
- Of deze brief voor het
bestuur in Geldern het laatste zetje is geweest weten we niet.
Waarschijnlijk speelt hij geen rol. Het lijkt erop dat het
bestuur in Geldern een bewuste investeringspolitiek voert. Er
worden heerlijkheden aangekocht, b.v. Bree. Waarschijnlijk
gebeuren die aankopen vanwege de economische mogelijkheden. Bij
het overlijdt van Karel Joseph baron van Overschie, heer van
Helden, doet zich een mooie kans voor om ook de heerlijkheid
Helden in bezit te krijgen.
- Toen Jan Reinier Bouwens van
der Boye in 1673/1674 Helden kocht, was namelijk de voorwaarde
opgenomen dat de koning de heerlijkheid bij elke vererving tegen
de oorspronkelijke koopprijs kon terugnemen. Na het overlijdt
van Karel Joseph van Overschie, (in 1747?), maakt Geldern namens
de koning van Pruisen van dit recht gebruik. Helden wordt van de
familie van Overschie gekocht, tegen de vroegere aankoopprijs
van 9200 pond. Waarschijnlijk verklaart de overname van de
heerlijkheid ook de interesse van Geldern in Startshof. De
heerlijkheid en de Start waren van dezelfde eigenaar, en
inderdaad, de prijs voor de hoeve was laag. Hoe het ook zij, de
Start wordt aangekocht door de koning, als een kleine belegging,
en ondergebracht bij de domeinen.
- Door deze aankoop deelt
Startshof enigszins in de lotsbestemming van de heerlijkheid
Helden.
-
- Op 22, 23 en 24 april 1749
komt raadsheer Heinius uit Geldern over om het bestuur van
Helden opnieuw te beëdigen. allen zweren trouw aan hun nieuwe
heer, de koning van Pruisen. In die dagen maakt Heinius ook een
rapport over de economische mogelijkheden van de heerlijkheid en
over die van de Start.
- Hieronder enkele citaten uit
zijn notities over de Start:
- “Die Landereyen sind nach der Beschaffenheit von Helden
mittelmässig.”
- “Das dazu gehörige Buschgen soll 5 Morgen gross seyn, und ist
mit schönen jungen Eichen besetzet, welche mit der Zeit ein
merckliches ausbringen können.”
-
“Auch sind 5 Eichen
nebst einer Dänne, so am Wall stehen, haubar.”
-
- Alle opmerkingen, ook die
hier niet weergegeven worden, hebben betrekking op de
economische mogelijkheden. Raadsheer Heinius constateert ook dat
de mogelijkheden van de heerlijkheid Helden groter zijn dan de
familie Bouwens van der Boye en de familie van Overschie er uit
haalden. Hij beschrijft hoe het rendement verhoogt kan worden,
o.a. het aanleggen van bossen op gemene gronden [9].
-
- Heinius maakt meteen werk van
de grens tussen de Start en Hoof. De pachter van Hoof maakt
duidelijk inbreuk op die grens, ten nadele van Startshof.
Heinius geeft aan Peter Jurgens, die behalve koster en
secretaris ook landmeter is, opdracht die grens te bekijken.
Uiteindelijk blijkt de Start anderhalve morgen kwijt te spelen
aan de pachter van Hoof.
-
- Domeinen verpacht de hoeve in
1749 aan Sil Peeters. Sil gaat echter niet accoord met de
voorwaarden. Hij wil geen verantwoordelijkheid nemen voor het
bosje, dat buiten de Start ligt. In 1750 wordt een nieuw
contract opgesteld. De pachtprijs is bepaald op elf malder rogge
en zes malder boekweit, met bovendien als woninghuur nog acht
pattacons en vier schellingen. (ongeveer 30 gulden),
-
- De rogge en de boekweit
worden elk jaar openbaar geveild door de rentmeester van het
Land van Kessel. De pachtprijs is dus afhankelijk van de
marktprijs voor granen.
- In een “doorsnee” jaar brengt
de pacht rond 150 à 160 gulden op.
-
- Brunssum, augustus 2009
- [2] Hauptstaatsarchiv Düsseldorf, idem
- [3] 28 “oude” morgen is in moderne
maten 8 ha 91 are 24 centiare. Bijna 9 hectare.
- [5] RAL, Schepenbank Helden, inv nr
28, blz 439
- [6] RAL, Schepenbank Helden, inv nr
29, blz 5
- [9] Berlin, Geheimes Preussisches
Staatsarchiv, Geldern, LIII, nr 11
| | |