Jacques Rutten; Affaire Mercken Verlinden
tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden
De drie volgende documenten dd 03-02-1644, 12-04-1644 en 25-04-1646 hebben betrekking op de donatie van Merrycken (=Mercken) Verlinden dd 03-04-1632 (zie serie 1). Mercken doneerde haar patrimoniale erfgoederen aan Jan vanden Bosch, alias Vercoyen, gehuwd met Tryncken. Merckens erfgoederen bleven dus niet in de familie Verlinden. De Verlindens nemen dat niet en uiteindelijk sluit men een accoord, inhoudend dat de goederen teruggaan naar de familie Verlinden, die aan Jan vanden Bosch daarvoor 2300 gl moet betalen.(zie serie I, 03-04-1632) Het zijn in Helden bijzonder moeilijke jaren, en er komt voorlopig geen overdracht en geen betaling. Jan vanden Bosch hertrouwt, na overlijdt van Tryncken, met Merricken Gaertgens. Bij het aangaan van dit huwelijk wordt een regeling getroffen ivm de erfenis van de twee kinderen van Jan en Tryncken. Na Jans overlijdt hertrouwt Merricken Gaertgens met Jan Verhaegh, alias Broer Orbers. Voorafgaand aan dit huwelijk worden mombers (voogden) benoemd voor de twee weeskinderen. (03-02-1644) De mombers sluiten op 12-04-1644 een accoord met Broer Orbers ivm de erfenis van de kinderen. Ook besluiten ze om samen met Broer Orbers de familie Verlinden te dwingen de regeling uit 1632 na te komen en de afgesproken koopsom te betalen. Die actie krijgt zijn beslag in de overeenkomst dd 25-04-1646. 03-02-1644 (RAL; Schepenbank Helden, inv. nr. 25, folio 106v) Aanstellingsakte mombers voor de kinderen van Jan vanden Bosch en TrynckenWy Gerardt Verhaiegh, Dirick Hesen, Lenard Smollers, Dryes Koemans, schepenen des gerychs van Kessell ende Helden, doen cundt ende certificeren dat wy 'tsembtelycke schepenen, versocht synde door des heeren drossarts volmechtiger Henrick van Schuller, omme naer recht ende maniere daer toe staende, aen toe setten ende stellen behoirlycke ende vereede mombars als voor die weysen ende naergelaetene minderjarige kinderen van wylen Jan Vercoyen ende Tryncken salig[er] syn huysfrouwe naergelaeten, als nemlich Gaert ende Jan gebroders als minderjarige. Allwaer op huyden onders[chreven] voor desen voerss gerichte behoirlycken syn gecompariert ende gedaiecht als naeste vrunden omme die mombarye voor den minderjarigen aen toe verdigen, waer toe zyn vercoren, geroepen ende behoirlycken vereedt Gaert van Oeyen ende Gys Aende Steegh als mombaers der VS minderjarigen, omme naer mannieren van rechten in alle saiecken den minderjarigen aengaende, in rurende ende onrurende
12-04-1644 acc nr 3 (RAL; Schepenbank Helden, inv. nr. 25, folio 112v)Accoord Broer Orbers X Merrycken Gaertgens met de kinderen van Jan vanden Bosch X Tryncken Alsoo voor datum deses inden jaire 1632 die erffgenaemen ende vrunden van wylen Merrycken Vercoeyen, naementlyck Tonis Verlinden [ende] Wilmken zyn huysfrouw, Beer Verlinden [ende] Gaerten eeluyden, Nyelisken vande Cuylen ende Peetgen eeluyden, met synen kinderen, beloeft hebben toe geven aen Jan Vandenbosch ende Tryncken eeluyden, die somma van dryentwintich hondart gulden, herkoemende van erfftael bevorens van Merrycken Vercoeyen aenden VS Jannen ende syne huysvrouwe gegeven. Waer naer is volgende dat Jan VS in syne tweede eehe tredende, syne twee voor kinderen heeft voorbehalden haers moder patrimoniael ad vijffhondart ende twintich gl ende ennige schapen, naer inhalt der selviger. Daer beneffens vuyt de obgemelte 2300 gl gegeven die somme van negen hondaert gl.; waer over der kinder vader Jan in Godt verstorven is. Ende ondertusschen grooten cryegh ende bederffelycke jairen nair een ander gevolget zyn. Ende dat die kinderen van Jannen VS daerdoor tot hunne beloefde penningen niet en hebben konnen koemen, wye insgelycks oyck die meer reste der 2300 gl aen Merrycken Gaertgens als naergelaetene huysfrouwe van wylen Jannen VS aengekoemen ende gevallen syn. Waer over dat die mombaers der twee kinderen van Jannen VS, Gaerdt van Oyen [ende] Gys Timmermans, in accort oder verdraegh syn gekoemmen met Jan Vhaygh, alias Broir, als eeman van Merrycken Gaerts VS, in presentie goede arbiters ende seghsluyden, om alle onheyl, processen ende andere schaden voor toe koemen, ende dat by conditiën ende articulen als volght: Inden eersten is geaccordiert ende versproecken dat die twee kinderen van wylen Jannen Van den Bosch, alias Vcoeyen, vuyt die 2300 gl voor aeff sullen hebben ende ontfangen die somma van vijffhondaert gl, buytten alle schulden ende oncosten, die vallen muchten int versuyck vande VS 2300 gl aen die Lindens VS. Daerbeneffens nach die somma van negenhondart gl; ende soo't quaem dat de penningen niet ten vollen van die partyen van Lindens en worden betaelt oder gegeven, die minderinge saell Jan Verhaegh [ende] Merrycken eeluyden, ende die kinder VS gelyck draghen, toe weeten van de 900 hondaert gl die de kinderen toekoemen, als oyck die 900 hondaert gl die Jan Verhaegh ende Merrycken eeluyden toekoemen. Daer by dat cleerlyck versproecken is ten beyden zyden, dat die mombaers der obgemelte kinderen met die eeluyden Jan VS ende Merrycken eeluyden, die somma VS van 2300 gl 'tzamenderhant ende gelyck sullen suyecken aen de Lindens VS. Beloeven partyen Vs dit obgemelte accort oder verdraiegh ten allen tyden steedich, bundich ende van goeder weerden toe halden. Aldus gedaen in presentie die mombaers VS ter eynder ende ter ander Jan Verhaiegh ende Merrycken eeluyden VS; daer beneffens als getuygen ende seghsluyden ten beyden zyden: aen zyden der kinder VS Lenaert Smollers, Wilhelm van Knippenbergh vice-secretarius; ter ander syden Gerardt Verhaieghe ende Dryes Koemans. Ende hebben dit verdraegh oder accort met eygenaer hant onderschreven.Aldus gedaen opten 12en aprilis anno 1644.
div nr 5 26-04-1644 (RAL; Schepenbank Helden, inv. nr. 25, folio 113) Regeling met de familie Verlinden ivm terugkoop van grondVolgens hett voorschreven accordtDan volgen de merktekens van: Gaert Van Oeijen, Gys Timmermans, Jan Verhaegh, Wilm Verlinden, Beer Verlinden, Linske Verlinden. In de marge boven aan de tekst staat: Op huyden den XXVIIIIen may 1655 soe heeft Maes Rutten syn aenpaert vande penningen die sy wegen Lindens erf schuldich waren betaelt aen Gaerdt Jan vanden Bosch soen ad tweehondert ende vyffentseventich gulden, als te weeten dat Maessen contingent ende aenpaert soo veel extendeerden. Bedanck my daer van goede betalinge. Ter oirkondt heb ick Gaerdt vs dit met myn merckt geteyckent in presentie Willem van Knippenbergh secretaris. Actum ut supra. Het merckt X Gaert vanden Bosch; Wilhelm van Knippenbergh, secris.Verder in de marge: (*) ende wat hun voor twee derdendeyl meer is aengereeckent vande seventhyn hondert gl 't selve is hun cortyng aen de elffhondert gl. (**)des coempt .Beren van Jan Vhaegh wederom indehant dryendertich guldens soeven stuvers dat hy per quota voor de derde paert toe hoeriglyck aengeslaegen was in de geheele somme van soeventhyen hondert gl.
| ||
N.B. in bovenstaande tekst (net als in veel andere in die periode) is lang niet altijd de exacte schrijfwijze vast te stellen. veel achtervoegsels zijn maar krullen. De transscriptie is correct wat de betekenis aangaat, misschien niet wat de preciese schrijfwijze betreft. | ||