Jacques Rutten;    07-11-1730  RAL, Schepenbank Helden, inv nr 28,  blz. 384

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
Deling erfgenamen familie Gielen en Gommans
 
Op heden dato onderss soo hebben wij ondergess partijen eene erfdeylinge ingegaen, te weten Wilm Gommans met sijne kinderen eendersijts, andersijts de erffgenamen van Peter Gielen salr en Lysbet van Heughten beyde gewesene eheluyden salr, te weten Zill Gielen, Jacob Gielen ende Jan Gielen, mitsgaders Jan van de Steen met de vereede momboiren van dessens onmundige kinderen verweckt in ehestandt bij Marij Gielen salr, namentlijck Jacob van de Steen en Zill van Nienhuys, item de momboirs van de onmundige kinderen van Hermen Slodts salr ende Catharina Gielen beyde gewesene eheluyden, te weten Matthijs Engels en Thonis Slodts, met den tegenwoordigen man van Catharina voorss namentlijck Jan Hendrickx, alsulcke erffgoederen genaemt Nobis gelegen aen den Vosbergh.
 
Inden eersten is gesadt het huys met den schop en plaetse van de straet tot het waterlaet toe, gelijckse tegenwoordigh wordt gebruyckt, mits ieder sijn landt aen te vangen toekomende ooghst stoppelbloodt ende de weyde toekomende halff mert eerstvolgende. Des moet het huys aen de schuyre uytgeven dryhondert guldens Ruremunts loopent geldt, te betaelen in contante penningen, ofte van de dorps geltrenten die sij tot laste deser gemeynte hebben staen soo veel aen te laeten schrijven als de somme Ruremunts voorss. Des moeten sij de oncosten van overschrijven te samen dragen. Ende sulx te volbrengen voor eerstvolgende Nieuw Jaer.
Dit deel is bij lodt gevallen aen de erffgenamen van Peter Gielen en Lysbeth van Heughten, beyde saliger.
 
Item voor het tweede deel is gesadt de schuyre met het aengelaegh van de straet tot het waterlaet toe, met de boomen die op de straet staen. Voorts de dry hondert guldens voor vermelt. Ende in cas dat Wilm Gommans comt te vallen de schuyre, soo magh Wilm Gommans den besten boom houwen die staet op de plaets daer 't huys op staet, inwendigh een jaer. Maer de erffgenaemen van Peter Gielen en Lysbeth van Hoogten saliger en is sulx niet gepermitteert, omdat Wilm Gommans de huys sijde voor sijn gebruyck heeft gehadt ende de boomen heeft gevoeyt.
Dit deel is bij lodt gevallen aen Wilm Gommans.
 
Verders is geconditioneert dat sij de landen ende weyden sullen ieder voor sich behouden soo als sij die tegenwoordigh int gebruyck hebben, ieder met sijnen last. Nochtans met dese conditie: die hem selven niet en can wegen, den eenen den anderen gehalden sal sijn te wegen, sorterende van de genoembde plaetse. Ende soo langh het deel van de schuyr geenen wegh en maeckt tusschen het huys ende schuyr, soo heeft het huys 't recht om te vaeren en te drijven om de schuyr tot op den wegh, welcken wegh de partijen samen gebruycken, op ieder de helft van de voorgenoembde parceelen van de straet tot het waterlaet toe.
Dit alles gedaen sonder argh ofte list. Des ter oirkonde hebben wij dese tot meer verificatie eygenhandigh onderteykent, tot Helden, den 7 9ber 1730.
Onderstondt: Wilm Gommans, mede interveniërende voor sijn kinderen al te samen
Zill Gielen; Jacob Gielen; Jan Gielen; dit ist merckt + van Jan van de Steen; Jacob van de Steen als momboir; Zil van Nienhuys als momboir; Jan Hendrickx als man Cathrinae Gielen; Thunis Slodts als momboir; Matthijs Engels als momboir.
En was onderteeckent: P. Jurgens secris.
                                               Accordeert, P. Jurgens secretaris
 
 
 
 
  Zie ook deling bij familie Gielen; (28 379, dd 7-11-1730)