PACHTCONTRACTEN START


door Jacques Rutten.                                                            

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


STARTSHOF (tot het jaar 1800)
 
Een van mijn ooms, Louis Steeghs, ging in Helden door het leven als "Sjters Lod". Leden van een familie Joosten werden meestal vernoemd met de naam "Sjters Pierre", b.v. Sjters Pierre Petran. Voor zover ik weet waren beide families niet verwant, en toch voeren ze allebei in hun dialectnaam het element "Sjters". Hoe kan dat?
De verklaring vinden we vlak bij Everlo. Daar ligt de boerderij Startshof, waar “Sjters Lod” en de familie Joosten ooit als pachter hebben geboerd, of ze zijn er misschien eigenaar van geweest. Vanaf de stichting al draagt die boerderij de naam "de Sjtert" of "Sjtertshoof", in de documenten meestal in de meer Nederlandse vorm "de Start" of "Startshof".
 
Het is best interessant even stil te staan bij de geschiedenis van deze boerderij, die op een zeker moment gekoppeld is aan de geschiedenis van de heerlijkheid Helden. Daarover straks meer.
 
Wanneer wordt Startshof gesticht? Daarvoor moeten we naar het begin van de 17e eeuw. Al vóór 1573 bezat de eigenaar van het leengoed Hoof, Reinier Hillen, zeven morgen bouwland, die buiten het oude leengoed lagen. In 1573 liet hij nog 1¾ morgen ontginnen [1]. We moeten aannemen dat op deze 8¾ morgen geen zelfstandige hoeve werd gesticht. Dat was gewoon te weinig voor een pachthoeve. Waarschijnlijk zijn deze akkers verpacht aan andere boeren, bv aan de halfman op Hoof. Er is op dat moment nog geen sprake van een nieuwe boerderij.
 
In 1623 koopt de familie Hillen weer een blok van 15 morgen woeste grond “gelegen aen de heyde aen genen Start”[2]. We mogen aannemen dat in dit jaar 1623, met de ontginning van deze vijftien morgen, een nieuwe zelfstandige hoeve wordt gesticht, de Start. De 8¾ morgen die al vroeger in het bezit van de familie Hillen waren zullen er zijn bijgevoegd. Bijna vierentwintig morgen, daar kan een bescheiden hoeve op draaien. In 1664 wordt er nogmaals “vijf morgen en een verdel en 1 roey” (dus vijf morgen en 38,5 roede) ontgonnen. Deze ontginning wordt in alle geval ook aan de Start toegevoegd. Daarmee komt Startshof op ruim 28 morgen [3].Ruim honderd jaar later komt er nog een kleine uitbreiding van anderhalve morgen [4].
 
Lange tijd blijft de Start in het bezit van dezelfde eigenaar als het adellijk goed Hoof. In 1675 verkoopt de familie Hillen Hoof en ook de Start aan Jan Reinier Bouwens van der Boye. Bij de dood van Jan Reinier ontstaat een conflict met de familie van Harscamp over de erfenis. Dit proces sleept aan tot 1733 voor het hof van Gelder te Roermond. De uitspraak van het hof op 3 juli 1733 is bijzonder vervelend voor de familie Bouwens van der Boye. Ze moet in Helden o.a. hoeve de Start overdragen aan de familie van Harscamp. Ze mag wel Hoof behouden.
 
Door deze uitspraak gaat de Start voortaan een eigen leven leiden. De hoeve heeft nu niet meer dezelfde eigenaar als Hoof. Op 7 maart 1734 draagt de familie van der Boye de Start over aan de familie van Harscamp [5].
Maar een enkele niet al te grote boerderij in een ver gewest is ook niet alles voor een familie die zelf in Namen woont. Op 4 september 1747 wordt de boerderij weer overgedragen aan de eigenaar van Hoof, die tevens heer van Helden is. Dat is inmiddels baron van Overschie, gehuwd met Maria Barbara Lucie Emilie Bouwens van der Boye, die de heerlijkheid Helden en het leengoed Hoof heeft geërfd. De koopsom voor de Start bedraagt 120 ducaten, gelijk aan ongeveer 1000 gulden Cleefs [6].
 
Dan begint een merkwaardige fase, waarbij Startshof ongewild verbonden raakt met de geschiedenis van de heerlijkheid. Het provinciebestuur in Geldern wint al op 14 september 1747 informatie in over die verkoop [7].Die interesse valt te verklaren door het recht van de koning, dus in zijn plaats het bestuur in Geldern, om een aankoop te vernaarderen, d.w.z. de koop over te nemen, tegen de door de koper betaalde prijs. Toch gebeurt er tot eind 1748 niets. Op 18 december 1748 stuurt koopman Andries Knippenbergh uit Kepèl een merkwaardige brief aan het bestuur in Geldern. Hij doet een aanbod: als de koning Startshof vernaardert, wil hij de hoeve graag overnemen voor een hogere prijs. Hij wil vijftig gulden Cleefs geven boven de prijs, en met vergoeding van alle kosten. De koning kan dus zomaar 50 gulden verdienen!! Een buitenkansje!! [8]
 
Of deze brief voor het bestuur in Geldern het laatste zetje is geweest weten we niet. Waarschijnlijk speelt hij geen rol. Het lijkt erop dat het bestuur in Geldern een bewuste investeringspolitiek voert. Er worden heerlijkheden aangekocht, b.v. Bree. Waarschijnlijk gebeuren die aankopen vanwege de economische mogelijkheden. Bij het overlijdt van Karel Joseph baron van Overschie, heer van Helden, doet zich een mooie kans voor om ook de heerlijkheid Helden in bezit te krijgen.
Toen Jan Reinier Bouwens van der Boye in 1673/1674 Helden kocht, was namelijk de voorwaarde opgenomen dat de koning de heerlijkheid bij elke vererving tegen de oorspronkelijke koopprijs kon terugnemen. Na het overlijdt van Karel Joseph van Overschie, (in 1747?), maakt Geldern namens de koning van Pruisen van dit recht gebruik. Helden wordt van de familie van Overschie gekocht, tegen de vroegere aankoopprijs van 9200 pond. Waarschijnlijk verklaart de overname van de heerlijkheid ook de interesse van Geldern in Startshof. De heerlijkheid en de Start waren van dezelfde eigenaar, en inderdaad, de prijs voor de hoeve was laag. Hoe het ook zij, de Start wordt aangekocht door de koning, als een kleine belegging, en ondergebracht bij de domeinen.
Door deze aankoop deelt Startshof enigszins in de lotsbestemming van de heerlijkheid Helden.
 
Op 22, 23 en 24 april 1749 komt raadsheer Heinius uit Geldern over om het bestuur van Helden opnieuw te beëdigen. allen zweren trouw aan hun nieuwe heer, de koning van Pruisen. In die dagen maakt Heinius ook een rapport over de economische mogelijkheden van de heerlijkheid en over die van de Start.
Hieronder enkele citaten uit zijn notities over de Start:
“Die Landereyen sind nach der Beschaffenheit von Helden mittelmässig.”
“Das dazu gehörige Buschgen soll 5 Morgen gross seyn, und ist mit schönen jungen Eichen besetzet, welche mit der Zeit ein merckliches ausbringen können.”
“Auch sind 5 Eichen nebst einer Dänne, so am Wall stehen, haubar.”
 
Alle opmerkingen, ook die hier niet weergegeven worden, hebben betrekking op de economische mogelijkheden. Raadsheer Heinius constateert ook dat de mogelijkheden van de heerlijkheid Helden groter zijn dan de familie Bouwens van der Boye en de familie van Overschie er uit haalden. Hij beschrijft hoe het rendement verhoogt kan worden, o.a. het aanleggen van bossen op gemene gronden [9].
 
Heinius maakt meteen werk van de grens tussen de Start en Hoof. De pachter van Hoof maakt duidelijk inbreuk op die grens, ten nadele van Startshof. Heinius geeft aan Peter Jurgens, die behalve koster en secretaris ook landmeter is, opdracht die grens te bekijken. Uiteindelijk blijkt de Start anderhalve morgen kwijt te spelen aan de pachter van Hoof.
 
Domeinen verpacht de hoeve in 1749 aan Sil Peeters. Sil gaat echter niet accoord met de voorwaarden. Hij wil geen verantwoordelijkheid nemen voor het bosje, dat buiten de Start ligt. In 1750 wordt een nieuw contract opgesteld. De pachtprijs is bepaald op elf malder rogge en zes malder boekweit, met bovendien als woninghuur nog acht pattacons en vier schellingen. (ongeveer 30 gulden),
 
De rogge en de boekweit worden elk jaar openbaar geveild door de rentmeester van het Land van Kessel. De pachtprijs is dus afhankelijk van de marktprijs voor granen.
In een “doorsnee” jaar brengt de pacht rond 150 à 160 gulden op.
 
Brunssum, augustus 2009

 

 

[1] Hauptstaatsarchiv Düsseldorf, Geldern, Administrationskolleg, inv nr 183

[2] Hauptstaatsarchiv Düsseldorf, idem
[3] 28 “oude” morgen is in moderne maten 8 ha 91 are 24 centiare. Bijna 9 hectare.
[4] Dusseldorf, Adm Kolleg inv nr 183
[5] RAL, Schepenbank Helden, inv nr 28, blz 439
[6] RAL, Schepenbank Helden, inv nr 29, blz 5
[7] Hauptstaatsarchiv Düsseldorf, Adm Kolleg, inv nr 183
[8] Hauptstaatsarchiv Düsseldorf, Adm Kolleg, inv nr 183
[9] Berlin, Geheimes Preussisches Staatsarchiv, Geldern, LIII, nr 11
 
 
  
  1749     Pachtcontracten 1749, 1750

1773     Verpachting van nieuw aangekocht erf voor de Start