Home                   door Jacques Spée   jtlspee@freeler.nl.


Het Thiensboeck land Kessel 1652 kerspel Kessel.

Algemeen Rijksarchief Brussel. Archief van de Rekenkamer. Inv. nr. 51.691. folio’s 117 - 136
Om de transcriptie overzichtelijk te maken zijn de bedragen in een aparte kolom gezet.

Het Thiensboeck van 1652 is een vervolg op het Thiensboeck van 1612, dat weer uitgaat van het Thiensboeck van 1559 en zo terug tot vermoedelijk 1364.
De afbakening in deze perioden is kennelijk niet volledig. Zo bevat het Thiensboeck 1652 voor het kerspel Kessel 12 ontginningen uit 1599 en een uit 1603 (nagekomen?).

Het bezit van de thiensrechten was privé-bezit van de hertog van Gelre als gevolg van een der koninklijke regalen aangaande de woeste gronden in zijn gebied. Ze worden door de Domeinen geïnd door aparte rentmeesters, zeker na 1600.

Gelet op de namen zijn het vooral de adel, kerkelijke instellingen en vrij geërfden die de gronden ontginnen. Het zal zwaar werk geweest zijn dat ze ongetwijfeld vaak niet zelf hebben uitgevoerd.

Bij de verworven gronden wordt vermeld waar deze grond ligt. Vaak wordt daarbij de naam van de eigenaar van het belendende perceel genoemd.
Bij een vermelding uit b.v. 1603, is het niet duidelijk of dat de naam is van de belendende persoon uit 1603 of van degene die belendend woont ten tijde van de opstelling van het Thientboeck dus in 1652.
In de kantlijn van het Thientboeck staat vaak 'modo' dus 'nu' met de naam van een nieuwe eigenaar. Het handschrift van die kanttekening is duidelijk anders en
ook recenter dan die van de opsteller van het Thientboeck. Hoeveel later dan 1652 die aantekening is gesteld is mij niet bekend.
Dus voorzichtig met de datering van zowel 'belend' als 'modo'.
Met dank aan Piet van Enckevort voor zijn waardevolle opmerkingen.

 


Opmerkingen en correcties zijn welkom op jtlspee@freeler.nl.