De scholtis tegen Jacob Gijssen, Joost de zoon van Adam van Ulft, Jan de zoon van Jan van den Broek en Mathijs Kuypers. De gedaagden hebben op 2 november, 's avonds laat op de Niersstraat de zoon van Gerrit op den Aldenberk aangevallen, op de grond gegooid en "kwalijk getrakteerd".Vervolgens zijn ze teruggekeerd naar het huis van Jan Goris waar een feest gaande was.Daar hebben ze de waardin gedwongen voor hen te tappen ondanks het uitdrukkelijk verbod van de heer na negen uur niets meer te schenken. Voor het tweede feit worden de gedaagden veroordeeld tot een boete van drie goudguldens elk. Jacob Gijssen, klaagt zijn ex-werkgever Adam van Ulft aan. Adam is hem schuldig gebleven een half jaar loon, een hemd, twee dassen, een paar kousen, een linnen broek en een schort voor het eerste jaar dat hij er werkte zowel huur als toebaat een halve kar turf. De gedaagde heeft een breuk met de klager veroorzaakt wegens het bijslapen van de dochter van beklaagde door klager. De beklaagde haat om die reden de klager. Iedereen in Sevenum weet dat hij hem zelfs met een zware hand heeft trachten te doden. Om die reden mag beklaagde niet zweren om zich vrij te pleiten. Iemand van wie men verwacht dat hij een valse eed zal zweren zal deze niet mogen afleggen. Klager zou geprobeerd hebben kosten te verhalen van de reis toen hij in Venray medicijnen haalde. Hij moest toen echter zelf op de markt zijn en heeft ze niet verhaald. Overigens wil klager nog best met de dochter van Adam trouwen. Adam Van Ulft contra Jacob Gijssen. Adam zegt dat hij Jacob 20 gulden heeft betaald op het einde van het dienstverband toen hij hem ontsloeg. De betaling gold voor de hele periode en niet uitsluitend voor het hele jaar. Als getuigen bij de betaling waren aanwezig Adams vrouw en Adams broer. Adam stelt hem helemaal niet te haten maar dat de haat juist van zijn tegenstander komt. Jacob schiet ook tekort bij het bewijzen van het door hem beweerde. Niet Adam maar Jacob, die zelf nog een jong, weeldig en onverstandig mens is moet van het zweren van de eed afgehouden worden. Adam eist vrijspraak en betaling van de kosten door de tegenpartij. Sevenum, jan 1699 |