Tienden Helden


door Jacques Rutten.                                                           

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
JAAR 1661 en 1662
RHCL, Kart, 402    (foto 9877 ev)
Het betreft geen echte contracten, maar verklaringen van de pachters, door hen alleen ondertekend, dat ze een bepaald veld tegen een bepaalde prijs hebben gepacht. Alle velden zijn verpacht voor acht jaar, met eventuele opzegging ten halven, dus na vier jaar.
Voor de droge lycop is bepaald dat die in het begin zal worden betaald, maar bij niet opzeggen ten halven nogmaals voor de komende vier jaar, telkens per veld 8 rijksdaalder, het Grootveld 16 riiksd.
In het contract voor het Beringerveld voor 1661 zijn de voorwaarden ruimer beschreven. De hier aanwezige verklaringen geven die voorwaarden niet allemaal.  Het contract van het Beringerveld is niet meer te vinden. Die voorwaarden zijn ongetwijfeld ongeveer gelijk aan die van andere jaren.
 
BERINGERVELD
Aert vanden Boomen en Jan Verhaegh verklaren op 23 mei 1661 dat zij het Beringerveld gepacht hebben voor acht jaar, ten halven opzegbaar, tegen de volgende voorwaarden:
Ze beloven jaarlijks te leveren 44 malder rogge en 16malder boekweit.
Daarnaast jaarlijks vier karren turf en twee vimmen schoof.
De verklaring verwijst naar het contract dat ze op 23 mei getekend en ontvangen hebben.
 
VOSBERGERVELD            
Verklaring dd 17 juni 1661 van Goert Fijen en Jenniken Nijssen dat ze het Vosbergerveld gepacht hebben voor 8 jaar, ten halven op te zeggen, voor jaarlijks 50m rog en 16m boekweit. Plus zes karren turf en twee vimmen schoof.  NB de verklaring is ook ondertekend door Peter van Hettryck.
Voor de voorwaarden wordt ook hier verwezen naar de verpachting van het  Beringerveld. Bij het Vosbergerveld is ook besproken dat bij niet opzeggen ten halven opnieuw droge lycop ad 8 rixdaalder wordt betaald, en dat bij afsterven of “verhuis” niemand zonder medeweten mag worden ingelaten, behalve Goert Fijen, Jenniken Nijssen, Willem Stockt, Peter van Hettryck en Ghijs Ingen Steegh. (dit zijn alle oude pachters van het Vosbergerveld)
We hebben dus twee verkaringen van de verpachting, een die ondertekend is door de pachters en een andere die door iemand namens het klooster getekend is. Het gezamenlijk ondertekende pachtcontract, als het bestaan heeft, bezitten we niet.
 

  • JAAR 1661, 8 jaar
    RHCL, Kart 402     (foto 9932, 9933)
     
    Betreft VOSBERGERVELD
     
    Verklaring dd 17 juni 1661 van Pater Hubertus Beekman, dat hij in de kartuis het Vosbergerveld, voor 8 jaar verpacht heeft, ten halven op te zeggen.
    Pachtprijs: 50m rogge en 16m boekweit.
    Plus zes karren turf en twee vimmen schoof.
    De voorwaarden zijn dezelfde als die voor het Beringerveld, ook in 1661, waarvan Aret van den Boomen en Jan Verhagen een exemplaar gekregen hebben, getekend op 23 mei 1661.
     
    Wel bepaald is nog dat, indien er niet ten halven wordt opgezegd, de pachters na vier jaar weer aan droge lycop zullen betalen 8 rixd.
    Ook is uitdrukkelijk bepaald dat niemand zonder goedkeuring van de prior mag worden opgenomen als pachter.
    De nieuwe pachters zijn:
    Goert Fijen
    Willem Stock
    Janneken Nijssen
    Peter van Hettrick en
    Ghijs in gen Steegh
     
    Verklaring 17 juni ondertekend in de kartuis, door frater Beekman.
     
    Opmerking:
    Er zijn dus vijf pachters voor het Vosbergerveld, terwijl de kartuizers er acht gerven hebben. Waarschijnlijk hangt dat samen met een voorrecht waarvan Kartuizershof genoot. In de 18e eeuw zien we in de voorwaarden vaak de bepaling dat van het Vosbergerveld drie gerven moeten worden gelaten aan Kartuizershof, uiteraard tegen betaling van het juiste aandeel in de pachtprijs. Deze regeling zal waarschijnlijk ook al in de 17e eeuw bestaan hebben.

     
    GROOTVELD
    Datum niet bekend. Het Grootveld is verpacht voor 100m rog en 31m boekweit en acht karren turf en vier vimmen schoof. Bij niet opzeggen opnieuw lycop ad 16 rixd.      Aan wie is niet vermeld. 
     
    BROEKVELD
    op 23 juni 1662 verklaren Maes Ingels en Gijsbert Nijssen, dat ze het Broekveld hebben gepacht voor 55m rog en 17m boekweit. Plus zes karren turf en twee vimmen schoof.
    Ook hier geldt dat er geen nieuwe pachters zonder medeweten van de kartuizers mogen bijkomen; bij hagel etc inspectie op kosten van de pachters, die wel moeten zorgen dat de oogst zo veel mogelijk gered wordt; doen ze dat niet dan komt er geen tegemoetkoming.
    Deze verklaring is in Helden ondertekend.
     
    VORDERSCHOT
    op 25 juni 1662 verklaren Jan van Heuchten, Hendrick Heesen, Jan van Oijen (die mede namens twee niet genoemden tekent) gepacht te hebben voor acht jaar. Per jaar 38m rog en 12m boekweit. Plus elk jaar vier karren turf en twee vimmen schoof. Lycop niet vermeld.
    De ondertekening vindt plaats in de kartuis, en ook nu alleen door de pachters.
    (ik denk dat de pachters een gelijkluidend document dat ondertekend is door de prior of de procurator hebben meegenomen naar Helden. Zie Vosbergerveld.)
     
    Op de achterkant van het document staat dat alle verpachtingen na vier jaar worden verlengd voor weer vier jaar. Het aantal te betalen malders blijft gelijk, behalve voor het Vorderschot. Daarvoor wordt de pacht verhoogd tot 40m rogge en 14m boekweit.