| Testament van Matys Ingelen - In den name ons Heeren amen.
- Ick Matijs Ingelen, wedeman van Elisabet Eymers, in sijnen tijt kuster tot Baexen, overdenkende de broosheyt der menselicker natuire, datter niet sekerder en is als de doot, ende niet onsekerder dan de uire desselfs, willende daerom van deser werilt niet scheyden sonder van mijne tijdelicke goederen, mij bij Godt almachtich op deser werilt verlendt, te disponieren. Hebbe daerom met mijnen voorbedachten rijpen raedt ende volcomen verstandt gemackt ende geordoneert mijn testament ende wtersten wille, inder vuigen ende manieren naer volgende, willende ende begeerende dat 't selve sal stadt gripen ende sijn volcomen effect sortieren, 't sij bij forme van testament ofte codicille ofte anderen wterste wille, gelijck eenen jegelick goedt cristene mensch testament behoort ende magh stadt grijpen, al en sijn alle solemniteyten naer geestelijck ofte weirelijcke rechten hier inne niet onderhouden ofte achtervolght. In den eersten soo bevele ick mijn syle, soo wanneer die bij den wille Godts wt mijn licham scheyden sal, Godt van hemelrick, Marya sijne gebenedide moeder ende alle den hemelschen geselschappen, ende mijn licham der gewijder aerde in het graf van mijnen vader saliger. Ick maecke aen mijnen neef Houb Ingelen, voor sijnen trouwen dienst die hij mij heeft gedaen ende noch doende is, viftin bijen met den laefhonich, ende ses bijen aen mijn neef Aerdt ende mijn bedt met sijn toebehoor. Vorts aen Myn de vrou van mijn neef Houb voorss ende nicht Peterken het linen doeck ende de hemden van mij als van mijne overledene huisvrouwe; voorss sullen deelen, wtgenomen dat Aert sal hebben en stuck vlessen doeck ende viff van mijne hemden. Vorts soo sal Houb den koey ketel hebben. Ende voort soo sal Houb, Aerdt ende Peterken alle de mobyliën die voorss niet en sijn gespecificeert, vrij sonder itwes daer van wt te geven, soo dat de selve mobyliën ende dotatie voorss is tot betalinge ende voldaninge van haere diensten aen mij gedaen sijnde ende al sullen doen. Item alnoch aen de arme van Helden voor eene reyse vifftich gulden op sijne gecoghte goederen. Item aen Peter Fijen ock hondert vifentwintich gulden die ock staen tot laste van het aengekochte goedt. De welcke (ingevalle de voorss mijn testament tot behoerlicker executie gestelt magh worden) soo heb ick gecosen ende genomt, kiese ende noeme mits desen voor executeurs ende getuigen van dit mijn testament den eersaemen Gaert Claes ende Peter Ingels. Ende want mijne meyninge, wtersten wille ende intentie sulcx is als voorss staet, soo hebbe ick dit met minder eygener handt ondertekent, beneffens de voornomde executeurs ende getuigen. Actum Helden, den 29 january 1702.
Onderstont: Matijs Engelen, Gaert Claes, Peter Ingels. WvKnippenbergh, subst secretaris | |