|
-
Deling door erfgenamen de Ponty x Wagemans,
-
- Scheydinge ende
deylinge tusschen de erffgenamen van Joannes de Ponty ende Beatrix Wagemans,
gewesene eheluyden, namentlijck Jacobus Knippenbergh ofte dessens kinderen ende
Edmund de Ponty ende dessens vrouwe Catharina Schreurs.
-
- Alsoo partijen voorss
waeren getreden tot scheydinge ende deylinge, ende de selve goederen belast waeren met differente schulden welcke Jacobus Knippenbergh betaelt heeft, soo
van Marij Elisabeth de Ponty in het clooster te besteden, mitsgaders te
wederleggen aen van der Keelen tot Baerlo een capitael van twee hondert guldens,
als andersints, soo ist dat sij erffgenamen te samen sijn geconvenieert ende
overcomen door tusschen spreecken van goede mannen ende vrienden, dat Edmundt de
Ponty ende dessens huysvrouwe Catharina Schreurs komen afstandt te doen ende te
quiteeren hun erffdeel ten behoeve van Jacobus Knippenbergh ende Elisabeth
Bongaerts sijne huysvrouwe, ende dat voor de somme van hondert en derthien
pattecons, mitsgaders een malder roggen ende een malder boeckweyt vrij ende
liber aen Edmundt de Ponty uyt te geven ende te betaelen; dat Edmundt de Ponty
niet het minste meer tot sijne laste sal behouden van eenige schulde, maer de
voorss somme vrij trecken, welcke Jacobus Knippenbergh sal betaelen in dry
egaele termijnen; de eerste termijn eenen maent naer dato deses, den tweeden
termijn dry maenden daer naestvolgende, den derden termijn weder dry maenden
daer naest volgende.
- Verders is versproocken
dat de voorkinderen van Jacobus Knippenbergh, verweckt in ehestandt met Marij
Elisabeth de Ponty het recht sullen hebben om het selve aengekochte goet te
behouden bij hun aendeel, mits betaelende de hondert en dertien patts
met het malder rogge en boeckweyt voorss.
- Aldus gedaen en
gepasseert ten overstaen van de ondergess, tot Helden,
den 26 september 1749.
- Onderstont:
Edmundis(?) de Ponty; dit ist merckt + van Catharina Schreurs, schrijvens
onervaren; Jacobus van Knippenbergh; Elisabeth Bongaerts; dit ist merckt # van
Andrys Knippenbergh eygenhandigh gestelt; Theod. Jurgens als vrient;
Jan Gielen schepen; P. Hulskens schepen;.
- En was
onderteeckent:
P. Jurgens secris.
-
T'accordeert bij mij, P. Jurgens secris.
-
| |