Jacques Rutten;    16-04-1749  RAL, Schepenbank Helden, inv nr 29, blz 033

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 
Deling erfgenamen Joosten-van Nienhuys
 
Scheydinge ende deylinge opgericht tusschen de kinderen ende erffgenamen van Thonis Joosten ende Encke van Nienhuys salr, beyde gewesene eheluyden, van alsulcke erffgoederen als hunne ouders voorss hun naergelaten hebben.
 
Ten eersten wordt gestelt het stockhuys aen den Vosbergh. Daer is bij gestelt het landt ende plaetse genaemt den Geer, gelegen voor het huys, den halven baendt genaemt het Venn, den halven camp op de heyde met den halven holdtslagh rontom den selven camp, met het tweede deel te samen te houwen ende gebruycken, met de boomen. Noch den schop aen Geurt Daniels schuyr, den halven misten met den uytslagh en straetie, ieder tegen sijn deel. Den last van pacht en thins daer op wesende, als andersints, met de schuyr te samen te dragen.
Dit deel moet vijffhondert gulden uytgeven aen Christina Engels dochter van Lysbeth Joosten, met vijff jaeren pensioon tegen ‘t hondert eene pattecon. Ende verders de rest der erven met het tweede deel, met twee morgen ieder aff te meten ende den overschot te verdeelen.
 
Ten tweeden wordt gesadt de schuyre met den halven misten. Item den middelsten baendt, het halve Venn, den halven camp op de heyde met den halven houtslagh met het eerste deel, met de boomen rontom te houwen, het landt voor de schuyre opwaerts soo verre de Coninghspaelen wijsen, in bij metinge met het eerste deel gelijck te maecken.
Item moet dit deel uytgeven vijffhondert guldens Ruremunts gelijck het eerste deel aen Christina Engels, met vijff jaeren pensioon daer van tegen het hondert eene pattecon. Mitsgaders den put ende den oven met het eerste deel te gebruycken ende onderhouden. Ende de rest van het landt ofte erff met het eerste deel met twee morgen ieder aff te meten, ende den overschot verdeelen. Dat dese twee deelen den eenen den anderen moet wegen, soo veldtwaerts als heyde waerts. Den hoefslagh bij dese twee deelen gehoorende te samen te deelen ende de lasten daerop staende met het eerste deel te samen dragen.
 
Ten derden wordt gesadt voor twee deelen de erven ende huysinge die tot Nienhuys liggen. Wordt hier bij gesteldt tweehondert guldens. Noch het Cempken met sijnen uytslagh van eycken boomen daer rontom staende mitsgaders den hoefslagh hier bij gehoorende. Noch twee eycken boomen die hier bij aengewesen ende geordineert sijn, welcke noch vijff jaeren sullen mogen blijven staen. Alles met inliggende last van pacht, thins als andersints.
 
Ten vierden wordt gesteld gesteld voor een deel duysent guldens Ruremunts geldt, welcke de twee eerste deelen moeten uytgeven aen Christina Engels, met vijff jaeren pensioon tegens het hondert eene pattecon, volgens lottinge aen Christina Engels gevallen.
 
Verders is versproocken dat Christina Engels voor desen jaere van alle de voorgespecificeerde erven in de schattinge moet helpen dragen voor de vijfde part, dry termijnen. Sal oock van de bembden desen jaere niet profiteeren. Verders wat aengaet het gewasch op de landerijen ende bembden sullen deelhebberen desen jaere te samen profiteeren ende alle lasten daer op wesende soo van schattinge als andersints te samen betaelen; uytgenomen Christina Engels en treckt van de bembden niet.
 
Op de voorss gestelde deelen is de lottreckinge gedaen en is bij lodt gevallen het stockhuys ofte eerste deel aen Marij Joosten. Het tweede deel is bij lodt gevallen aen Jacob Joosten. Het derde deel is bij lot gevallen aen Joannes Joosten ende Jan Joosten, te weeten te Nienhuys. Het vierde deel is bij lodt gevallen aen Christina Engels, dochter van Lysbet Joosten, te weeten de duysent guldens.
 
Aldus gedaen en gepasseert ten overstaen van de onderss erfgenamen ende deelhebberen, tot Helden, den 16 april 1749.
Onderstont: Jan Joosten; dit ist merckt # van Joannes Joosten schrijvens onervaren; Jacob Joosten; dit ist merckt + van Marij Joosten; Peter Engels; Derick Gommans als momboir; dit ist merckt + van Peter Comans, schrijvens onervaeren, als momboir.
En was onderteeckent:              Quod attestor, P. Jurgens, secris
                                                           T'accordeert bij mij, P. Jurgens secris