|
-
Deling erfgenamen Joosten-van Nienhuys
-
- Scheydinge ende deylinge
opgericht tusschen de kinderen ende erffgenamen van Thonis Joosten ende Encke
van Nienhuys salr,
beyde gewesene eheluyden, van alsulcke erffgoederen als hunne ouders voorss hun
naergelaten hebben.
-
- Ten eersten wordt gestelt het stockhuys aen den
Vosbergh. Daer is bij gestelt het landt ende plaetse genaemt den Geer, gelegen
voor het huys, den halven baendt genaemt het Venn, den halven camp op de heyde
met den halven holdtslagh rontom den selven camp, met het tweede deel te samen
te houwen ende gebruycken, met de boomen. Noch den schop aen Geurt Daniels schuyr, den halven misten met den uytslagh en straetie, ieder tegen sijn deel.
Den last van pacht en thins daer op wesende, als andersints, met de schuyr te
samen te dragen.
- Dit deel moet vijffhondert gulden uytgeven aen Christina
Engels dochter van Lysbeth Joosten, met vijff jaeren pensioon tegen ‘t hondert
eene pattecon. Ende verders de rest der erven met het tweede deel, met twee
morgen ieder aff te meten ende den overschot te verdeelen.
-
- Ten tweeden wordt
gesadt de schuyre met den halven misten. Item den middelsten baendt, het halve
Venn, den halven camp op de heyde met den halven houtslagh met het eerste deel,
met de boomen rontom te houwen, het landt voor de schuyre opwaerts soo verre de Coninghspaelen wijsen, in bij metinge met het eerste deel gelijck te maecken.
- Item moet dit deel uytgeven vijffhondert guldens Ruremunts gelijck het eerste deel aen Christina
Engels, met vijff jaeren pensioon daer van tegen het hondert eene pattecon.
Mitsgaders den put ende den oven met het
eerste deel te gebruycken ende onderhouden. Ende de rest van het landt ofte erff
met het eerste deel met twee morgen ieder aff te meten, ende den overschot verdeelen. Dat dese twee deelen den eenen den anderen moet wegen, soo
veldtwaerts als heyde waerts. Den hoefslagh bij dese twee deelen gehoorende te
samen te deelen ende de lasten daerop staende met het eerste deel te samen
dragen.
-
- Ten derden wordt gesadt
voor twee deelen de erven ende huysinge die tot Nienhuys liggen. Wordt hier bij
gesteldt tweehondert guldens. Noch het Cempken met sijnen uytslagh van eycken
boomen daer rontom staende mitsgaders den hoefslagh hier bij gehoorende. Noch
twee eycken boomen die hier bij aengewesen ende geordineert sijn, welcke noch
vijff jaeren sullen mogen blijven staen. Alles met inliggende last van pacht, thins als andersints.
-
- Ten vierden wordt gesteld
gesteld voor een deel duysent guldens Ruremunts geldt, welcke de twee eerste
deelen moeten uytgeven aen Christina Engels, met vijff jaeren pensioon tegens
het hondert eene pattecon, volgens lottinge aen Christina Engels gevallen.
-
- Verders is versproocken
dat Christina Engels voor desen jaere van alle de voorgespecificeerde erven in
de schattinge moet helpen dragen voor de vijfde part, dry termijnen. Sal
oock van de bembden desen jaere niet profiteeren. Verders wat aengaet het
gewasch op de landerijen ende bembden sullen deelhebberen desen jaere te samen
profiteeren ende alle lasten daer op wesende soo van schattinge als andersints
te samen betaelen; uytgenomen Christina Engels en treckt van de bembden niet.
-
- Op de voorss gestelde
deelen is de lottreckinge gedaen en is bij lodt gevallen het stockhuys ofte
eerste deel aen Marij Joosten. Het tweede deel is bij lodt gevallen aen Jacob
Joosten. Het derde deel is bij lot gevallen
aen Joannes Joosten ende Jan Joosten, te weeten te Nienhuys. Het vierde deel is
bij lodt gevallen aen Christina Engels, dochter van Lysbet Joosten, te weeten de
duysent guldens.
-
- Aldus gedaen en
gepasseert ten overstaen van de onderss
erfgenamen ende deelhebberen, tot Helden, den 16 april 1749.
- Onderstont:
Jan Joosten; dit ist merckt # van Joannes Joosten schrijvens onervaren; Jacob
Joosten; dit ist merckt + van Marij Joosten; Peter Engels; Derick Gommans als
momboir; dit ist merckt + van Peter Comans,
schrijvens onervaeren, als momboir.
- En was
onderteeckent:
Quod attestor, P. Jurgens, secris
-
T'accordeert bij mij, P. Jurgens secris
-
| |