|
- Aen een EE gerichte tot Helden.
- Verthoonen reverentelijck
Coen Nielen en Marten Gommans beyde vereede momboiren van Martina van Stralen, naergelaetene dochter van Wilm van Stralen en Martina Knippenbergh, hoedanigh
sij op heden tot scheydinge en deylinge sijn gecomen. Ende daer bij goetgevonden
ende profitabel te wesen het parceel van vier hondert guldens hier voor in de deylinge vermelt, dat het selve de onmundige dochter Martina soude hebben ende
profiteeren, overmits Jan en Thomas Knippenbergh gepresenteert hebben daer oock
voor uyt te staen want sij hunnen hylixpenningh en de uytsettinge ieder daer bij
soude genieten, soo als hunne suster Martijn Knippenbergh heeft genoten,
mitsgaders dat den hylixpenningh van Thomas en Jan in hun deel met noch de uytsettinge is begrepen. Het welck wij onderss momboirs vinden beter gedaen dan
gelaeten.
- Soo versoecken de supplianten seer
gedienstelijck, de wijle sulx niet en kan geschieden sonder permissie, dat eenen
EE gerichte sulx gelieve te agreėren en te approbeeren. Dit doende etc...
- Onderstondt:
Coen Nielen; Marten Gommans.
-
-
De apostille was dese:
- 'T gericht gesien het
neffensgaende versoeck van de supplianten agreėren ende approbeeren voor soo
veel aen ons is het hier inne versochte. Actum Helden in judicio, den 21 8ber
1730.
- Onderstondt:
ter ordtie (=ordonnantie)
Peter Jurgens secretaris
-
T'Accordeert,
P.Jurgens secris
-
-
- d.p.(=de
post) hebben
Jan en Thomas en de momboirs lot getrocken over de dry sommen in de deylinge
vermelt, te weten 62½ gulden tot Neer, is bij lot gevallen aen Martina, en 75
gulden tot Bree is gevallen aen Thomas
Knippenbergh, en de 75 gulden tot Meijel sijn gevallen aen Jan Knippenbergh. Op
datum als voor.
-
P. Jurgens secris
-
| |