|
- Deling fam Engels-Knippenbergh
-
- Scheydinge en deylinge opgericht tusschen de erffgenaemen van Jan Engels en Anna
Knippenbergh saliger beyde gewesene eheluyden, te weten Wilm Winckes en
Petronella Engels eheluyden, Derick Knippenbergh en Wilm Knippenbergh als
asssistente momboirs voor Cornelia Engels, Peter Smolders en Jan Knippenbergh
als vereede momboirs voor de onmundige kinderen van Wilm Engels en Beatrix
Smolders gewesene eheluyden.
-
- Ten eersten is gesat een stuck lants gelegen aen den kercken voetpadt groot
ongeveer vijfverdel. Item alnoch aen het waterlaet genaemt den Egbert ongeveer
twintigh roeden. Item aen de Meulen hegh ongeveer dry verdel, aen den Riet wegh
eenen halven morgen. Item den halven baent bij Schoenmakers, te weten het
achterste deel. Item aen den Steen ongeveer vijeenvijftigh roeden. Item het
halve huys met het halve landt tot den Kerckpadt toe.
- En dit deel moet uytgeven wegens het huys, aen het derde deel hondert guldens
die overgewesen moeten worden op het dorp; en moet betaelen den last in de
Horens gulden en eenen stuyver aen Franssen thins. Item den baent aen de
veeghtes en ongeveer eenen halven morgen over het ander jaer aen den nieuwen dijck. En den boom aen het vaergaet.
-
- Ten tweeden is gesadt een stuck landts aen den Pas wegh, ongeveer anderhalven
morgen, in de Cemp ongeveer derdehalf verdel, aen den Paswegh eenen halven
morgen, het achterste deel. Item den halven baent bij Schoenmakers, te weeten
het voorste deel. Aen de Steen ongeveer sesenvijftigh roeden. Item eenen baent
genaemt het Cempken. Item het halve huys met het halve lant tot den Kerckpadt
toe. en den boom naest den voorgaenden boom.
- En dit deel moet aen het derde deel uytgeven hondert gulden wegens het huys. En
moet de haver en thins betaelen aen de Meursse pantschap.
-
- Ten derden wort gesat een stuck landts aen de Hoogen wegh neffens het Pas
weeghsken, groot ongeveer ander halven morgen. Item op den Cuep ongeveer eenen
halven morgen. Aen den Pas wegh het voorste deel eenen halven morgen. Item eenen halven morgen aen 't Aggel. Item aen den Steen ongevehr eenen halven
morgen. Item eenen baent neven de Speck. Item dit deel moet iaerlijckx een
dubbeltie geven aen de broederschap van Sint Anna; en moet den pacht ontfangen
en weder uytmeten. Dit deel sal hebben den boom die achter in den baent staet en
moet vant eerste en tweede deel ieder hondert guldens ontfangen als voorss is.
-
- De deelhebberen hier bij content sijnde soo is de lotwerpinge geschiet.
-
- Soo is het eerste deel bij lodt gevallen op de onmundige kinderen van Wilm
Engels saliger en Beatrix Smolders.
-
- Het tweede deel is bij lodt gevallen aen Wilm Winckes en Petronella Engels
eheluyden.
-
- Het derde deel is bij lodt gevallen aen Wilm Cornelia Engels.
-
- Verders is geconditioneert dat de huysinge paessen eerstvolgende en de
tweehondert die het derde deel heeft oock op den selven tijt als oock de bembden
aenvanck sullen nemen, en het lant stoppelbloot eerstvolgende. En ofter iemant
waere die hem selven niet en konde wegen, sullen de deelhebberen malkanderen
wegen als de minste schade geschiet, en dat de deelhebberen tot nieuwjaer 1726
de schadt samenderhandt sullen betaelen, als oock gelijck dit jaer pachten en
thinssen die in dit jaer comen te vervallen. Item bij soo verre noch eenigen
last opstonde dat men nu niet en weet, sullen de deelhebberen tesamen dragen.
-
- Aldus gedaen en gepasseert ten overstaen van de ondergeschreven. Des ter waerer
iorkondt soo hebben wij deelhebberen ende momboiren dit samenderhandt beneffens
den secris onderteykent, tot Helden, den 9 mert 1725.
- Was onderss: Wilm Winckes; Peter Smolders; Jan van Knippenbergh; Derick v
Knippenbergh; Wilm v Knippenbergh; Peter Jurgens secris.
-
T'Accordeert bij mij, Peter Jurgens secris
-
- De post: de twee hondert gulden die de erfgenamen of de kinderen van Beatrix
moesten hebben op het dorp van Jan Engels post, sijn overwesen aen Jan Cornelia
Engels, te weten hondert guldens Ruremunts loopent gelt, wegens dat sij uyt
moesten geven vant huys, en volgens afrekeninge van den 16 augusti 1724 is
Beatrix Smolders schuldigh gebleven aen Cornelia Engels de somma van
dryendertigh rixdaelder vier schillingen ses en eenen halven stuyver die Wilm
Engels in sijn leven versproocken hadde aen Cornelia op het dorp. Waer mede ten
vollen voldaen. En Wilm Winckes oock overwesen aen Cornelia voorss hondert
guldens Ruremunts loopent gelt, alde cours, inbegrepen eenen rixdaelder die Wilm
ontfangen heeft wegens het huys, soo dat Cornelia nu sevenhondert guldens op het
dorp heeft en Wilm Winckes hondert guldens. Aldus gepasseert den 10 Mert 1725.
- Was onderschreven: ter ordonnantie van de deelhebberen en momboiren,
Peter Jurgens secris.
-
| |