Bongaarthof    door P.Schinck  fol 173

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 

Bongaarthof (1326);

Den hoff to Barle in den ampt van Kessel naest der kercken (1326); Item Willem van Bruhusen helt van den grave te Leene den hoef te Barle (1326); Item die here van Wickrade VIII pond (1369); Johan von Wickrode helt den hof to Baerlo bij der kercken (1402); Johan van Wickroede onf. die Borgh te Wickrade (…) Item Johan van Wickroide den hoff to Baerlo in den ampte van Kessel ligt met V marck te verheergewaden(1402); Herman van der Heijsse tot een V marx leen (1403); den hoff tot Baerle naest der kercken gelegen Gerit van Mentsel (1431); Beert inden Bongaert (1506); Ing Bongaert (1528); geheiten den hoff to Baerle bij der kercken, nu geheiten den hoff them Bongart (1544); Ingene bongaert iiij g; Wylm pechter vi Srs (1578); In den Bongard Joannes (1633); Keurtgen in den Bongaert mit twe frawenluidt (1654); Wyllem ingen Bongaert mit twe mansluidt und twe frawenluidt 3:15 (1654); Everardt Bongarts (1688); den hof den Bongardt (1693); Bongardthof (1713) Denumbrement van den Hoff te Baerloe alias den Bongaerts, Bongaerts Leen: inden eersten t’Huijs en Bongaert groot omtrent mit den Bongaert 2 morgens (1720); willemke bogarts (1723); Jan aen den Meulen na overlijdt Everardt Bongarts met den Hoff te Baerloe alias ten Bongaert (1728); Jost Joosten (1747); Den Bongaert Willem Peters (1751); in Bongaert Marten Beurskens (1751); Jost Joosten van Bongardt (1782); Wed: Willem Peeters met 1 paerd op Bongers (1793); Joes: Peeters Boomgaerts (1800); Gerardus Joosten Bongershof (1868); 1925 afbraak Bongaerdhof, bouw van café de Zwaan familie van Betteray (1925).


De
Bongaarthof, nu ligt er café De Zwaan, was een hof ten Gelderse leenrechten, wordt in het oudste register van leenakten van 1326 vermeld als den hoff to Barle naest der kercken leen van Willem van Broekhuizen genoemd Wickrade, tak Wickrade (Wickrath, Wickrode), beleend met de burcht en hoge heerlijkheid Wickrade in 1388, gelegen bij Mönchen Gladbach, Kreis Grevenbroich. Willem van Broekhuizen was  kamerling van hertog Reinoud II van Gelder en uit de stadsrekeningen van Venlo blijkt dat zijn vader Jan of Johan van Wickrade (bron drie) een huis en goederen in Venlo bezat, hij was van 1360-1376 ambtman van het ambt Krieckenbeck, waartoe Venlo behoorde. Mogelijk is er een verband met een schuur gelegen in de tuin van de huidige pastorie of in de tuin van het huis van Jan Wijnhoven. De Kriekentak wordt slechts zijdelings genoemd in de cijnsboeken van de Borcht. Het huis van Jan van Wickrade lag te Venlo  op de hoek Jodenstraat en H. Geeststraat. Arnold Vinck, magistraat van Venlo, die genoemd wordt in de cijnslijst van de Borcht van 1406, koopt  in 1368 van Johan van Broekhuizen de Jonge diens bezittingen te Venlo. De schatting van Gelre in 1369 geeft aan dat de Bongardhof toen een goed was dat in de hoogste belastingklasse viel. De hof Baerlo alias ten Bongardt gelegen te Baarlo ten Gelderse leenrechten heet het in latere omschrijvingen. In 1402 was de leenhulder Johan van Wickrode of Wickrade, neve van de hertog van Gelder. Opvolging volgens Gelderse leenrechten geschiedde in dezelfde graad gelijkelijk zonder te letten op geslacht en leeftijd. De hof lag ten noordoosten van de kerk, op de plaats van het tegenwoordige café De Zwaan, zo veronderstelt Willem D’Olne terecht (1891). De heren Van Broekhuizen hadden nog een leen in Baerlo: hof Enckevoort. De bron uit 1506 noemt de bewoner. De opsomming van 1720 laat zien dat het oorspronkelijke leen van 54 morgen liefst in 43 delen uiteengevallen is. Tot 1925 stond er een huis met muurankers met het jaartal 1611, het jaar dat er een verbouwing of nieuwbouw plaatsvond. Het goed bezat enig cijnsgoed van de Borcht. In 1767 wordt er 1 ouden morgen met een voorhooff aen Ceuterbemdt (…) sijnde geldersch leen en gehorende onder t’leen bongaerts vermeld, m.a.w. de Katerbeemden waren oorspronkelijk een deel van het Gelders leen Bongaarthofd. Zie kaart van Adam Blum van 1752 en de kaart van 1897.
In het kerspel Baarlo waren meerdere families Bongaarts of Bongaerts. In de Bong lag een Bongaertshof bij de Bongerweiden, mogelijk gelegen in de buurt van huis Grubben (19e eeuw), waar nu de familie Van de Goor woont. Op Soeterbeek lag Huijs hof en de Bongaert, gelegen ten oosten van de Grubbenhof. In de zeventiende eeuw woonden er op de Hofacker Bongaertsen en werd er wel eens gesproken van Bongaertshof, (1654 ), Jan Bongaerdts op gen Hoffacker, Johannes Bongarts op den Hofacker 1668) maar uiteindelijk bleef de naam Hofacker bewaard. Het is niet mogelijk om de verschillende families Bongaerts en de daarbij behorende Bongaertshoven te traceren. Zie Huijs Hof ende Bongaert, Grubbenhof, Katerbeemden, de Zwaan en Baarlose Sprokkelingen 32.
1402, z.d.

NIEKERCK - Johan van Wyckroide wordt beleend met:

-     de burcht te Wyckroide met alle toebehoren, te verheergewaden met 5 mark;
-     de gehele heerlijkheid Wickrade met het land en gericht en alles wat verder daartoe behoort, ten Zutphense rechten te verheergewaden;
-     het Kemerlinc ambt, waartoe behoort de Ossenweert;
-     de hof te Wynterneem in het ambt van Gelre, zijnde een Gelders leen;
-     de hof te Luet in het ambt van Krieckenbeeck, eveneens een Gelders leen;
-     de hof te Barle in het ambt van Kessel, met 5 mark te verheergewaden;
-     te Royde 13½ malder roggepacht;
-     de tiende gelegen tussen Juchende en Nuwekirchen, groot en klein, met alle toebehoren, zoals die tot Odekirchen placht te horen, zijnde een Guliks leen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 7. Zie 1326, z.d. en 1408, z.d.

15
De Bongaarthof. De muurankers vermelden 1617.  Bron: M.Heines, Wording en ondergang van een parochiekerk 1864-1944, Baarlose Sprokkelingen 9/10, 1985, p.9.