Zoektocht naar uitheemse schepenen door Theo Huys.   vragen en opmerkingen graag via info@toine-hendriks.nl


Beste leden van de werkgroep,
 
Hierbij het resultaat van de zoektocht naar uitheemse schepenen.
 
Samen hebben wij in het Land van Kessel zes personen kunnen traceren die
schepen zijn geworden in een ander dorp dan waar zij waren gedoopt. Het
betrof:
1 Gijsbert int Sant, gedoopt te Lottum 1687, getrouwd in Gribbenvorst
1714, aldaar in 1723 tot schepen be-edigd.
2 Peter Vullinghs, gedoopt te Sevenum 1701, getrouwd in Horst 1733,
aldaar schepen van 1758 tot zijn dood in 1778.
3 Oswoldus Theodorus Lieffkens, gedoopt onbekend maar niet in Venraij,
getrouwd in Venraij in 1733, aldaar schepen van 1747 tot zijn overlijdt
in 1775. Deze Lieffkens was een "carriere-man". Hij was ook
gerichtssecretaris van Geijsteren, secretaris van het [middelbare?]
gericht tot Oostrum, secretaris van het kerspel Oirlo en secretaris van
het kerspel Wanssum.
4 Martinus Derix Heynen (den Olyslaegher), gedoopt te Mierlo 1649,     [Mierlo = Meerlo]
getrouwd te Horst in 1676, van 1709 tot zijn dood in 1724 schepen van
Horst (LTG 35 (2007), blz. 17-23).
5 Ruth Boijens, gedoopt te Helden in 1665, getrouwd in Sevenum 1686,
aldaar schepen van (ca.) 1695 tot zijn dood in 1698.
6  Jan van de Nyberckt (de nieuwe Berck), gedoopt te Gribbenvorst in
1686, getrouwd in Blerick 1704, aldaar omstreeks 1711 gesworen geworden
en op 13 oktober 1716 als schepen van Blerick be-edigd. Hij bleef
schepen tot zijn dood in 1740; de laatste vijf jaar als
president-schepen.

Aanvulling nr. 7 aangereikt door Lej de Wit:

De in Horst geboren Peter Crommentuijn [zijn ouders: Andreas Vousten en Maria van Crommentuijn]
trouwde [Venray 29-7-1673] met de in Venray geboren Maria Poels [*19-1-1651].
Zij had een Heldense moeder Catharina Roeffs. Al hun 9 kinderen worden in Helden geboren tussen 1674 en 1694.
Peter Crommentuijn sterft in Helden in 1728 als Scabinus Praeses Raetulis.

 
Het "model" is steeds hetzelfde: de [gegoede] man trouwt in in een ander
dorp. De echtgenote is aldaar meestal ook aardig gegoed. Vervolgens
dringt de man door tot het schepenambt, al dan niet na eerst
"aanloopfuncties" zoals die van schatheffer of gesworen, met succes te
hebben vervuld.
Enkele voorbeelden: Peter Vullinghs van Sevenum trouwde met Henrina van
Hegelsum en kwam daardoor in het bezit van `den Roscam' in Middelijck.
Hij was schatheffer van Horst in 1745-1746 en opnieuw, daartoe gedwongen
wegens de oorlog, in 1757. Meteen daarna werd hij schepen te Horst
(Mededeling van Peter Vullings).
Martinus Derix Heynen trouwde met Anna Drabbels (Janssen, den
Olieslagher). Hij kwam in het bezit van de gelijknamige hoeve, tevens
olieslagerij, te Schadijk. Hij was schatheffer te Horst in 1688-1689,
vanaf 1709 schepen aldaar (LTG a.w., blz. 19-21).
Jan van de Nieberckt uit Grubbenvorst trouwde met Trienke (Catharina)
Verrijnen, alias Evers, uit Blerick. De Verrijnen's leverden eeuwenlang
een schepen in Blerick. De schoonzoon pastte in die traditie. Als
gesworen bewees hij zijn kwaliteiten als regeerder.
 
Zoals meerderen uwer terecht hebben opgemerkt, stelde het Landrecht niet
als eis dat de schepen geboortig moest zijn onder het gericht waar hij
schepen werd. Hij moest er "slechts" gegoed zijn.
 
Door in mijn vraag te spreken van "ge-erfden" heb ik onbedoeld
verwarring gezaaid. Het heeft mij wel bewust gemaakt van het feit dat je
niet moet schrijven dat iemand ge-erfd is als hij over (voldoende)
eigendom/bezit beschikt, maar dat je beter kunt zeggen dat zo iemand
(tamelijk) gegoed is. De aanduiding "ge-erfdens" duidt (meen ik) altijd
op een specifieke groep van zeer gegoede personen die hetzij als
buitenge-erfdens, hetzij als binnen- of in-ge-erfdens wel deelnemen aan
de regeringe (via het afdoen van rekeningen, later van deelname aan
ge-erfdendagen) maar daarin niet als schepen of gesworen zitting hebben.
 
Met hartelijke dank voor ieders medewerking,
 
Theo