Jacques Rutten;     Nr 75     26-09-1684        (RAL, Schepenbank Helden, inv nr 27, folio 82)

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 opdracht Engelken Nielis aan Armen, 26-9-1684

 

Wij Henderick Hesen ende Lenart Claessen schepenen der heerlijckheyt Helden, Arnolt de Bruijn richter boede in plaetse des heeren, doen cundt tuygen ende certificeeren bij dese dat voor ons in propere persoonen sijn gecompariert Peter Nielis ende Willem van Oijen, vereede momboirs voor Engelken Nielis, dochter van Jacob Nielis ende Jen Nielis eheluyden zal[iger], ende hebben alsoo erschijnende bekant, gelijck sij comparanten bekennen bij dese, opgedragen te hebben aen Henderick Hesen ende Lenart Claessen, schepenen in plaetse der Armen alhier, het voor huys met sijn toebehoor, mit plaetse daer 't tegenwoordigh staet, vuytgenoemen den solder die blijven sal bij 't middelste ende achterste deel des huys. Item bij 't voorhuys blijft den baemdt ende ackerlandt opgaende ende renoteerende ter eender sijden neffens sijnen broeder Linssen baemdt ende landt, ter ander sijden neffens Peter van Oijen erffenisse, metten eenen voorhooft aen Jan vanden Coulen erven, metten anderen aen der gemeyner straet vuytschietende. Item het derde deel vant schans huys gelegen neffens Peter van Oijen schans huys mit het derde deel van Nielissen broeck bemden, gelegen neffens Peter van Oijen bemden. Item die oftboomen sullen die partijen ofte broeders ende susters te samen schudden ofte genieten ten tijde van vijffthien jaeren naer dato deses; alsdan sullen die boomen blijven op hunnen deyl ende yeder den stock genieten op sijn deel ende halden naer omganck der voorss 15 jaeren. Item die groote eyckenboomen sullen dese drije deelhebbers (gelijck alles met lotten gedeylt is) te samen deylen ende die kleyne eycken sullen blijven staen op die gemeynte, ende nu in drije deelen te deylen ende op hunnen bequamen tijdt gebruycken. Alsoo hebben die broeders ende susters hunne erven ende huysinghe gedeylt. Edoch versprocken dat het middelste ende achterste des huys een jaer naer datum deses sal vande plaetse gedaen worden. Wesende altesamen alt erff, belast met sijnen omliggende last, te dotiseeren in drije deelen een yeder sijn contingent, gelijck sij comparanten voor ons gerichts persoonen hebben verclaert. Ende dat voor noodigh onderhout voor Engelken Nielis voorss. Alsoo renuntiëren die gemelte comparanten in die beste ende bestendighste maniere ende forme rechtens op het voorss stuck huys ende landerije der selve, met alle sijne gerechtigheyt, ap- ende dependentiën, cederende het selve met handt, halm ende monde in de macht ende tot erffenisse behoeff aen die Armen tot Helden, sonder daer aen eenigh recht ofte voordere gerechtigheyt meer te behouden van nu aff. Ten dyen effecte soo hebben wij schepenen voorss ende richter boede die boven gemelte comparanten ofte momboirs van dit voorss deel des huys ende landerijen der selver onterft, ontguet ende ontrechtight, ende daer aen vast, stede geërfft, geguet ende gerechtight die Armen tot Helden. Alles sonder argh ende list. In oirconde der waerheyt hebben wij schepenen voorss ende Arnolt de Bruijn richter boede in plaetse des heeren dese opdrachte onderteeckent, den 26 7bris 1684.

Was onderteeckent:   Henderick Hesen          Arnolt de Bruijn            Wilh Comans secretaris

                                Lenart Claessen

 

1. Waarschijnlijk is Engelken Nielis als gehandicapte en hulpbehoevende aan de zorg van "de Armen" toevertrouwd. (in ander gezin tegen betaling opgenomen?? Bij zusters??) Haar erfdeel wordt daarom aan de Armen overgedragen.

2. De Armen was een” stichting” waarbij armlastigen in laatste instantie konden aankloppen. Vooral in tijden van hongersnood, bv door oorlog, fungeerden De Armen als vangnet. Ieder die geen brood meer kon kopen kon dan voor een bepaalde hoeveelheid op kosten van De Armen bij de bakker terecht. Er werd een boekhouding van bijgehouden en de bedoeling was dat degene die brood ontvangen had de kosten later als het weer beter giong zou terugbetalen. De stichting werd beheerd door pastoor en schepenen samen. Ieder jaar deden de schepenen een voordracht van 12 namen, waaruit de pastoor dan één persoon mocht kiezen die voor het komende jaar de boekhouding deed en verantwoording voor inkomsten en uitgaven aflegde.

3. Schanshuis. In Helden waren twee schansen, een in Everlo, de andere in Onder. Iedereen die aan de bouw van de schans had meegewerkt of meebetaald had het recht daar in tijden van nood zijn toevlucht te zoeken. Iedere gerechtigde mocht ook een klein gebouwtje op de schans zetten. Die gebouwtjes hadden meestal een blinde achtermuur die gericht was naar de buitenkant van de schans. In deze acte gaat het om het schanshuisje van de familie Nielis op de Everlose schans.