Jacques Rutten;     Nr 250.  27-02-1759    RAL, Schepenbank Helden, inv nr 29, blz 204

tekst in blauw geeft links aan naar onderliggende bladzijden


 

Testament van Frans Pijpers

Op heden den 27 february 1759 hebben wij Peter Hulskens ende Zil Gommans, schepenen des gerichts ende Heerlijckheyt Helden, secris present, ons vervoeght ten huyse van Francis Pijpers inwoonder alhier, alwaer wij den selven, kranck naer 't lichaem edogh sijn verstandt ende memorie volcomen maghtigh hebben bevonden. Overdenckende de broosheyt der natuyre, sekerheyt des doodts ende d'onsekere uyre der selve, willende daeromme van sijne tijdelijcke goederen, hem bij Godt van hemelrijck verleendt, ordonneeren en disponeeren, verclaerende bij forma van testament sijnen uyttersten willen ende begeirte te wesen als volght:
Ten eersten beveelt hij sijne ziele als wanneer die bij den wille Godts van 't lichaem sal scheyden, aen Godt almaghtigh haeren schepper, verlosser ende saligmaker, Maria sijne gebenedijde moeder ende alle dat hemels geselschap ende sijn lichaem ter gewijder aerde ende christelijcke begraeffenisse.
Tweedens soo wilt ende begeirt den testateur dat sijnen soone Mathijs Pijpers voor sijne getrouwe diensten aen hem testateur bewesen ende noch verder te bewijsen, voor aff uyt de gereede goederen sal profyteeren het peirdt, karre, ploegh als andersints het gheene het peirdt naer ouder coustume is volgende, ende sulcx naer de doot van hem testateur, met dese conditie nochtans dat [als] het peirdt moghte wesen van gheene considerabile weirde, hem in plaetse van 't selve uyt de voorgeroerde gereede goederen vooraf sal toecomen ende volgen hondert guldens Ruremundts.
Derdens begeirt hij testateur dat naer sijnen doodt aen Mathijs Pijpers sijnen soon ten reguarde als vooren, voor af uyt de bestialen sal toecomen en afgevolght worden eene koye, niet de beste, oock niet de sleghste.
Vierdens wilt den testateur dat alsoo hij in noot sijnde van sijnen soone Mathijs Pijpers opgenomen hebbende de somme van drijentwintigh patts, de welcke niet gerembourseert sijn, de gemelte somme aen Mathijs Pijpers voor aff sullen worden voldaen, eer tot scheydinge en deylinge sal mogen getreden worden.
Vijffdens dient datten testateur aen sijnen soone Bernardus Pijpers, als wanneer den selven naer Vlaenderen is getrocken, heeft geavanceert de somme van achtien patts, waer mede hij aldaer sijn profijt heeft gedaen, tijde dat den voorss Mathijs Pijpers hem testateur in alle voorvallen heeft bijgestaen.
Sesdens ende ten lesten begeirt den voorss testateur dat desen sijnen uyttersten wille, 't zie bij forme van testament, codicille, donatio inter vivos, causa mortis, off andersints effect sal sorteeren, offte schoon eenige solemniteyten hier toe gerequireert niet waeren geobserveert, derogeerende de selve wel expresselijck, behoudens nochtans bij den testateur sijn wederroepen, meerderen, minderen, interpreteren in 't geheel offte ten deele soo dickwils hem dat gelieven sal.
In oirconde heeft den testateur, verclaerende in 't schrijven onervaeren, dese beneffens ons gerichtspersoonen  onderteeckent eygenhandigh bemerckteeckent, tot Helden, datum ut supra.
Onderstondt:  dit III ist handtmerckt van Frans Pijpers eygenhandigh gestelt, verclaerende schrijvens onervaeren;  P. Hulskens;  Sil Gommans
En was geteeckent:  mij present,  H.T. Cuijpers secris

                                               Accordeert bij mij H.T. Cuijpers, secris